Zenmeester Nan-in (1868 – 1912) kreeg op een
dag bezoek van een professor in de wijsbegeerte. Deze vroeg hem naar het wezen
van Zen. Nan-in bereidde thee voor hem, zette een kom klaar en begon te
schenken. Hij schonk de theekom vol en bleef doorschenken. De professor keek
toe hoe de theekom overliep tot hij zich niet langer kon inhouden. “Het is
allang vol. Er kan niets meer bij ! “ Net als deze kop” zei Nan-in, “bent u vol van uw eigen
opvattingen en bespiegelingen. Hoe kan ik u bijbrengen wat Zen is als u niet
eerst uw kop leegmaakt?”
De geest die stopt en op een plek verwijlt, functioneert niet vrij en
onbevangen. De wielen van een kar draaien rond omdat ze niet op een plek vast
zitten. Waren ze vastgezet dan zouden ze niet kunnen ronddraaien. De geest
functioneert ook niet als het zich waar dan ook aan hecht. Huist er een
bepaalde gedachte(mening) in je geest, dan hoor je, ook al luister je naar de
woorden die iemand anders uitspreekt, hem niet echt. Dat komt omdat de geest
stilstaat bij de eigen opvatting. Gaat je geest met die opvatting mee dan hoor
je niet, ook al luister je en zie je niet, ook al kijk je. De verstarde geest
is hetzelfde als de verwarde geest. De juiste geest is de geest die niet op een
plek verwijlt (mushin).
Takuan Soho (1573 – 1645)
Ware overwinning is zelfoverwinning.
Ueshiba Morihei O Sensei
Conformation Bias
Er bestaat een verschijnsel dat in de psychologie bekend geworden is als “conformation bias” – bevestiging van vooringenomenheid. Uit een aantal beroemd geworden experimenten bleek dat wanneer mensen eenmaal ergens van overtuigd waren, ze selectief bleken te zijn in het aannemen van nieuwe feiten en gegevens. Dit blijkt ook het geval te zijn bij het lezen van de krant, het bekijken van t.v. en het deelnemen aan lessen. De inhoud en de wijze van presenteren lijken daarbij nauwelijks een rol te spelen. Alleen nieuwe gegevens die overeenstemmen met hun oorspronkelijke opvatting worden door de deelnemers als juist of als waar geaccepteerd. Toch heeft iedereen het gevoel dat men heel objectief naar nieuwe feiten kijkt. Het heeft er zelfs alle schijn van dat juist de meer kritische denkers het meest gehinderd worden door deze conformation bias. Bij wetenschappers en bij landsbestuurders wil deze conformation bias nog wel eens leiden tot “tunnelvisie”. Wetenschappers komen hierdoor tot conclusies die niet gestaafd worden door de feiten. En bestuurders houden zich krampachtig aan een beleid dat door de werkelijkheid allang is achterhaald.
Terugdenkend aan de ervaringen met het lesgeven in Aikido in de afgelopen decennia zijn er meerdere voorbeelden te noemen van leerlingen die uit mijn lessen het tegenovergestelde wisten te putten van hetgeen ik hen probeerde over te brengen. Een van de centrale principes van Aikido is dat het pad van Aiki niet over winnen gaat – een van de redenen waarom we over Aikido ook nooit spreken als over een sport. In mijn lessen benadruk ik dat men zich vooral ook niet de attitude van willen winnen moet aanmeten. Juist die attitude zal leiden tot het mislukken van de techniek en je belemmeren het werkelijke principe achter de techniek te ontdekken. Het niet-willen-winnen is een regelmatig terugkerend thema in mijn lessen. Toch meenden enkele mensen die al jaren mijn lessen volgden, een van hen zelfs ruim tien jaar, uit mijn lessen te willen concluderen dat de kern waar het allemaal om draait in Aikido winnen was. “Waar het uiteindelijk om gaat”, zei een van hen tegen me, “is dat je de ander tegen de grond krijgt en dat je wint”.
Nu heeft de een nu
eenmaal meer tijd nodig dan de ander om tot het juiste inzicht te komen. En een
leraar heeft meerdere manieren om een leerling tot een dieper inzicht te doen
komen. Bovendien is een leraar wel wat gewend, in de wandelgangen van de dojo
zijn meer opvattingen te horen die, ook al realiseert de leerling het zich
niet, volkomen tegenstrijdig zijn met de principes van Aikido. Dat is ook het
voordeel van leerling zijn; je krijgt les van de leermeester en je hoeft zelf
nog niet alles te begrijpen en je mag het een tijd lang bij het verkeerde eind
hebben. Het wordt echter wel een probleem indien de persoon met deze
eigenzinnige overtuiging zichzelf als instructeur Aikido gaat beschouwen en met
een air van autoriteit deze opvatting aan nieuwkomers in de dojo begint over te
brengen. Ik sprak de betreffende persoon er op aan en vernam van hem dat hij
ooit jujutsu had beoefend en daar reeds had geleerd dat het in elke Budo om
zelfverdediging en het overwinnen van de ander gaat. Dat perspectief had hij
meegenomen in zijn beoefening van Aikido en niet meer losgelaten. En naar zijn
overtuiging bevestigde alles wat ik hem in de afgelopen jaren had bijgebracht
precies dat wat hij altijd al had gemeend; Aikido gaat over winnen! Voor zijn
gevoel hielp hij de beginners aan een voorsprong door ze alvast deze kennis mee
te geven.
Sommige mensen blijken zo’n dominante vooringenomenheid te hebben dat je ze werkelijk helemaal niets kan bijbrengen. Ze zijn al zo overtuigd van eigen kunnen en vaak al zo gericht op een bepaalde stijl, bepaalde manier van trainen of een bepaalde opvatting dat ze tijdens een les geen enkele aanwijzing accepteren. Hun theekom is reeds vol. Hun geest zit vast. De reden dat ze aan de lessen deelnemen is hun behoefte aan erkenning, een bevestiging dat zij het met hun benadering en hun opvatting bij het rechte eind hebben. Blijft die bevestiging uit dan voelen zij zich ernstig tekort gedaan. Juist door hun vooringenomenheid kunnen ze niet inzien dat het probleem bij hen ligt en dus projecteren ze het op een ander – meestal de dojo (deze stijl van Aikido beoefent het verkeerd) of de leraar (ooit leek hij het te begrijpen, maar tegenwoordig is hij verdwaald, hij snapt het niet meer). De zeventiende eeuwse zenmeester Takuan Soho wijst er reeds op dat de geest die vast zit rechtlijnig wordt. Dit leidt volgens hem tot onderscheid, tot dualisme – precies het tegenovergestelde van wat Aikido nastreeft.
Sommige mensen blijken zo’n dominante vooringenomenheid te hebben dat je ze werkelijk helemaal niets kan bijbrengen. Ze zijn al zo overtuigd van eigen kunnen en vaak al zo gericht op een bepaalde stijl, bepaalde manier van trainen of een bepaalde opvatting dat ze tijdens een les geen enkele aanwijzing accepteren. Hun theekom is reeds vol. Hun geest zit vast. De reden dat ze aan de lessen deelnemen is hun behoefte aan erkenning, een bevestiging dat zij het met hun benadering en hun opvatting bij het rechte eind hebben. Blijft die bevestiging uit dan voelen zij zich ernstig tekort gedaan. Juist door hun vooringenomenheid kunnen ze niet inzien dat het probleem bij hen ligt en dus projecteren ze het op een ander – meestal de dojo (deze stijl van Aikido beoefent het verkeerd) of de leraar (ooit leek hij het te begrijpen, maar tegenwoordig is hij verdwaald, hij snapt het niet meer). De zeventiende eeuwse zenmeester Takuan Soho wijst er reeds op dat de geest die vast zit rechtlijnig wordt. Dit leidt volgens hem tot onderscheid, tot dualisme – precies het tegenovergestelde van wat Aikido nastreeft.
Lesgeven aan mensen
met een vooringenomen manier van denken heeft geen enkele zin en om die reden
zal elke serieuze leermeester hen als deshi weigeren.
Tom Verhoeven
Tom Verhoeven
Auvergne, winter
2011