Alle grote kunsten hebben een kleine basis.
Aikido vormt daar geen uitzondering op. De belangrijkste technieken van Aikido
zijn gebaseerd op vijf vormen van katame waza en vijf vormen van nage waza.
Het woord katame waza is te vertalen met controle
technieken, technieken om iemand vast te houden. We spreken ook wel van
kansetsu waza, technieken om de gewrichten te manipuleren. Opvallend is dat de
katame waza van Aikido geen enkele verwantschap vertonen met de katame waza van
Judo of met houdgrepen in worstelen. Dit
heeft een historische oorzaak. De katame waza van Aikido komen voort uit de
vaardigheden van de samurai om iemand te ontwapenen en om iemand naar de grond
te brengen en hem lang genoeg onder controle te houden om een zwaard of mes te
trekken of om hem vast te kunnen binden. De katame waza van Judo daarentegen
zijn een moderne ontwikkeling bedoeld om van iemand te winnen in een sportieve
wedstrijd.
Er zijn vele variaties mogelijk op de basis
katame waza. Soms verandert de techniek door de manier van aanvallen door aite.
In Aikido zijn er drie posities waarin de
techniek uitgevoerd kan worden: Beide partners zitten; suwari waza. Een partner
zit, een staat; hanmi handachi waza. En beiden staan; tachi waza. Alle
technieken worden zowel links als rechts geoefend. En alle technieken kennen de
mogelijkheid om uitgevoerd te worden terwijl men naar voren beweegt (omote) en
terwijl men naar achter beweegt.
De vijf katame waza van Aikido worden ook wel
de gokyo genoemd (ook Judo kent zijn gokyo). Kyo is te vertalen met les of
principe. Daarvoor komt een getal te staan, het woord dai is vergelijkbaar met
onze vervoeging van getallen; een – eerste, twee – tweede, etc. Ikkyo kan
vertaald worden met les een. Dai Ikkyo betekent eerste les.
Dit zijn de vijf katame waza van Aikido:
Dai Ikkyo
De omschrijving van de techniek luidt; ude
osae, het vastpakken van de onderarm. De arm wordt gebruikt om aite naar de
grond te brengen en om hem daar even te houden.
Dai Nikyo
De omschrijving van de techniek luidt; kote
mawashi, het draaien van de middenhand. Een techniek om met enig beleid en met
subtiliteit uit te voeren. Te hard of te grof ingezet kan dit een techniek zijn
die langdurige blessures teweeg brengt. Een snelle uitvoering van de techniek,
zoals getoond op de foto, vergt ook een snelle ukemi van aite. Indien deze daar
niet toe in staat is of onbekend is met de hiervoor nodige ukemi dan kan de
techniek buitengewoon pijnlijk zijn.
Een indicatie dat de techniek goed is
uitgevoerd is niet alleen dat het pijnlijk aanvoelt, maar vooral ook dat de
pijn als shite loslaat vrijwel meteen verdwijnt. Pijnlijke armen of blauwe
plekken achteraf duiden er op dat men geoefend heeft met iemand die de techniek
nog niet beheerst.
Dit is geen techniek voor kinderen. Om dat zij
nog in de groei zijn kan deze techniek nadelige gevolgen hebben voor hun
ontwikkeling.
Dai Sankyo
De omschrijving van de techniek luidt; kote
hineri, het schroeven van de middenhand. Een pijnlijke techniek om iemand in
beweging te krijgen en naar de grond te krijgen.
Ook deze techniek is niet geschikt voor
kinderen.
Dai Yonkyo
De omschrijving van de techniek luidt; tekubi
osae, het vastpakken van de pols. Hier wordt een drukpunt gebruikt om iemand
naar de grond te brengen. De techniek is vergelijkbaar met de manier waarop men
een bokken vasthoudt en er een rechte slag mee maakt.
Geen techniek voor kinderen.
Dai Gokyo
De omschrijving van de techniek luidt; ude
nobashi, het overstrekken van de arm. Ook dit is een techniek die met enige
voorzichtigheid geoefend moet worden. De overstrekking van de arm kan blessures
aan met name het ellebooggewricht opleveren. In de meeste dojo wordt de
overstrekking dan ook achterwege gelaten en wordt direct overgegaan tot de
eindklem.
Geen techniek voor kinderen.
Tom Verhoeven
Auvergne,
winter 2012
Geen opmerkingen:
Een reactie posten