In de zeventiende eeuw was Amsterdam een
bloeiende stad en volop in ontwikkeling. Het was het wereldhandelscentrum en
het centrum van wetenschap en cultuur. Nergens legden zoveel schepen aan als in
de haven van Amsterdam. Van overal kwamen wetenschappers, handelaars,
ambachtslieden en kunstenaars om zich in Amsterdam te vestigen. Om de handel te
stimuleren voerde Amsterdam een neutrale politiek en probeerde buiten alle
internationale conflicten te blijven. Voor zijn tijd was Amsterdam redelijk
tolerant ten aanzien van religie. En ten aanzien van nieuwe wetenschappelijke
ontdekkingen. Amsterdam werd daardoor ook een centrum voor de boekdrukkunst,
werken van naam en faam werden er uitgegeven. Boeken die niet alleen bestemd
waren voor de Nederlandse markt, maar ook voor landen als Engeland, Frankrijk,
Zweden, de Duitse vorstendommen, Rusland, Spanje. Teksten die elders niet
gedrukt mochten worden, werden dat in Amsterdam wel. Boeken over geschiedenis,
filosofie, politiek, wetenschap, poezie, er verschijnen boeken over elk
denkbaar onderwerp. Belangrijk omdat de staatse Nederlanden geregeld
geconfronteerd wordt met de dreiging en voering van oorlogshandelingen zijn
boeken over krijgskunst in de breedste zin van het woord; van strategie tot de
aanleg van versterkingen, van het leren schermen met het zwaard tot de omgang
met vuurwapens. In die periode verschijnt er ook een boek dat bekendheid zal
krijgen als het meest toonaangevende in zijn soort. Het boek is getiteld
Worstelkonst en de auteur is Nicalaes Petter.
In 1971 verscheen er een facsimile van het
boek. In de afgelopen decennia heeft het boek zich terecht mogen verheugen op
een groeiende belangstelling bij hedendaagse beoefenaars van krijgskunst.
De
uitgave van het boek Worstelkonst.
In januari 1674 wordt aan Johannes Jansonius
van Waesberge, boekverkoper (uitgever) op ’t Water te Amsterdam privilege
verleent door de staten van Holland en West-Friesland om gedurende vijftien
jaar als enige een boek te mogen drukken dat de titel draagt “Klare
onderrichtinge der voortreffelijke worstelkonst”. De ondertitel luidt;
“Verhandelende hoe men in alle voorvallen van twist in handtgemeenschap zich
kan hoeden: en alle aengrepen, borst-stooten, vuystslagen,&c versetten.
Seer nut en voordeeligh tegens alle slaensiecke twisters, ofte die met een mes
yemandt dreygen of trachten te beledigen”. Volgens het voorblad gaat het hier
om technieken die zijn uitgevonden door “den wijtberoemden en vermaerden
worstelaer Nicolaes Petter”. Het boek
met 71 platen van de bekende kunstenaar Romeyn de Hooghe wordt tegelijkertijd
in het Nederlands en in het Duits uitgegeven.
Nicolaes
Petter
Claes Claessen Petter werd in 1624 geboren.
Hij blijkt afkomstig te zijn uit Monnenheim – in het keurvorstendom Hessen. In
Amsterdam is hij aanvankelijk werkzaam als knecht in het Doolhof. Het Doolhof
was gevestigd aan de Prinsengracht, hoek Looiersgracht en had een labyrint, een
beeldentuin en een uitspanning. Het werd vooral bezocht door de rijkere burgers
van Amsterdam en mogelijk heeft Claes Petter hier al kennis gemaakt met Romeyn
de Hooghe.
Binnenruimte Doolhof Amsterdam |
De reus Goliath en de jongen David uit het Doolhof zijn nu te bewonderen in het restaurant van het Amsterdams Historisch museum in de Kalverstraat. |
Oude kaart van Amsterdam met het doolhof aan de Prinsengracht, hoek Looiersgracht |
In 1649 trouwt hij met Grietie Erasmus, hij is dan vijfentwintig
jaar oud en woont op de Nieuwezijds Achterburgwal (vierde huis vanaf de
Rosemarijnsteeg). In 1664 komt zijn vrouw te overlijden, ze wordt op 9
september 1664 begraven in de Westerkerk. Een kleine vier maanden later
hertrouwt hij met Adriana Alberts. Claes Petter is inmiddels poorter van
Amsterdam geworden en hij vestigt zich nu met zijn nieuwe vrouw als wijnkoper
in een pand aan de Prinsengracht genaamd Gustavusburgh. De Gustavusburgh stond
schuin tegenover het oude Doolhof en vrijwel naast de schermschool. De
roemruchte Amsterdamse schermschool is dan gevestigd op de turfmarkt, op de
hoek van de Prinsengracht en het Molenpad. De Gustavusburgh bestaat al lang
niet meer, maar een zuster-pand, gebouwd in dezelfde periode en onder dezelfde
architectuur is nog steeds te zien aan de Kromboomsloot, het draagt de naam
Schottenburgh. De bovenverdiepingen zijn verbouwd tot appartementen en op de
begane grond is een cafe gevestigd.
Schottenburgh aan de Kromboomsloot |
Nicolaes Petter woont in de Gustavusburgh
boven, had daar ook zijn opslag van goederen en op de begane grond verhandelde
hij zijn wijn, schonk er wijn en andere dranken, en had er zijn oefenplek waar
hij aan vele leerlingen les gaf in zijn worstelkonst (mogelijk heeft hij zelfs
les gegeven aan de schermschool). Het is in deze tijd dat hij de publicatie van
zijn boek voorbereid, afbeeldingen en kopergravures laat maken door de bekende
en controversiele kunstenaar Romeyn de Hooghe (welke mogelijk zelfs een
leerling van hem is), brengt ze in de juiste volgorde en schrijft de korte
teksten die de technieken beschrijven.
In januari 1672 overlijdt een kind van Claes
Petter en Adriana Alberts. Voor de nog jonge Nederlandse republiek wordt 1672
een rampjaar als Engeland, Frankrijk en de bisdommen Munster en Keulen de
rupubliek de oorlog verklaren en het Franse leger in zeer korte tijd het
overgrote deel van Nederland weet te veroveren.
De republiek lijkt reddeloos verloren. Alleen
de Friezen houden nog stand. En de vloot weet de Frans-Engelse vloot op een
afstand te houden. In de steden breekt paniek uit, het staatse leger doorbreekt
de dijken en laat de polders onder water lopen. Dat houdt het Franse leger op een afstand, tot het in
december begint te vriezen en de Fransen over het ijs optrekken. Nicolaes
Petter maakt de afloop van deze gebeurtenissen niet meer mee. Hij overlijdt in
november van het rampjaar 1672. Hij wordt op 24 november 1672 begraven op het
Leidse kerkhof. Het is ruim een jaar later in 1674 dat zijn boek verschijnt.
Op het voormalige Leidse kerkhof werd een schoolgebouw geplaatst (Raamplein) |
Robbert
Cors
Over Robbert Cors als worstelaar is weinig
bekend. Hij is een leerling van Nicolaes Petter en uit het boek Worstelkonst
blijkt dat hij alle technieken zelf had beoefend en beheerste en dat hij er les
in gaf in de Gustavusburgh.
We weten niet hoe succesvol Robbert Cors was
als leraar in de worstelkonst en of hij ooit zo vermaard is geworden als zijn
leraar Claes Petter. Wat we wel weten is dat hij bij het verschijnen van het
boek worstelkonst nog erg jong is, net in de twintig. En dat hij een relatie
had met de ruim tien jaar oudere weduwe van Claes Petter. Ze kregen in 1676 een
zoon die op 12 juli 1676 in de Lutherse kerk Albert gedoopt werd. Als vader
werd Pieter Janse opgegeven. Op 14 juli 1680 volgde een zoon Jacob die al veel
openlijker als vader Robbert Pietersz toebedeeld krijgt. Als Adriana in het
najaar van 1683 opnieuw zwanger raakt besluiten ze te trouwen. Het inmiddels
naar de Rozengracht verhuisde paar gaat 17 december 1683 in ondertrouw en op 1
januari 1684 is het huwelijk. Op 16 juli 1684 werd hun dochter Maria gedoopt in
de Lutherse kerk, en heeft heel officieel Robbert Cors als vader. Of Robbert
Cors, die zich later Robbert Corsius zal gaan noemen, zich dan nog met lesgeven
in worstelkonst bezig houdt is niet duidelijk. Hij heeft in ieder geval niet de
wijnhandel in de Gustavusburgh overgenomen en daarmee dus ook niet de
oefenruimte van Nicolaes Petter. Ten tijde van zijn huwelijk (hij is dan 33
jaar) geeft hij als beroep op; musicijn.
Worstelkonst
en Aikido
Het boek Worstelkonst van Nicolaes Petter laat
tal van afbeeldingen zien die doen frappante overeenkomsten vertonen met
techniek zoals we die in Aikido beoefenen. Sommige technieken hebben zoveel weg
van technieken als shiho nage, irimi nage, dai ikkyo dat men bijna als vanzelf
denkt aan een gemeenschappelijke oervorm. In het verleden kwam ik nog wel eens
teksten tegen waarin de auteur beweerde dat Nicolaes Petter op de een of andere
manier contact gehad moet hebben met Japan en technieken geleerd had van een
jujutsu stijl. Zo’n historische connectie is echter niet aan te tonen en ligt
ook eigenlijk niet voor de hand. Het is veel aannemelijker dat Nicolaes Petter,
zoals hij ook zelf stelt in zijn boek, de techniek al oefenende zelf heeft
ontdekt. De technieken van Aikido zijn gebaseerd op natuurlijke bewegingen en
principes. Dat geldt voor de meeste krijgskunsten en zondermeer ook voor de
technieken van Nicolaes Petter. Wie op zoek gaat naar functionele, effectieve
zelfverdedigingstechnieken zal uiteindelijk ongeacht de cultuur of het tijdperk
waarin men leeft tot ongeveer dezelfde conclusies komen omdat de technieken
altijd gebaseerd zijn op het menselijk lichaam; “there are only so many ways to
skin a cat”.
Techniek vergelijkbaar met dai ikkyo ura |
Techniek vergelijkbaar met Irimi nage |
Nederlandse
krijgskunst en Japan
De Nederlanden
beschikken sinds de reorganisaties door Maurits van Oranje over het meest
vooruitstrevende leger van Europa, het heeft een ongekend oorlogsvloot onder
leiding van vlootvoogden van wereldfaam als Maarten Harpenszn Tromp en michiel
Adriaanszn de Ruyter, het kent vele geleerden die fortificaties ontwerpen die
over de gehele wereld worden gebouwd (onder andere in Japan) en iedereen kende
de schermscholen waar beroemde schermmeesters lesgaven in de schermkunst met
alle denkbare wapens. In nagenoeg alle aspecten van de krijgskunst zette de
jonge rebubliek der Nederlanden de toon.
In Japan was er grote belangstelling voor
allerlei boeken die in Nederland gepubliceerd werd, studenten “Holland studies”
bekwaamden er zich in de Nederlandse taal zodat ze de boeken ook konden lezen
en eventueel vertalen.
Meerdere boeken over allerlei aspecten van
krijgskunst werden verscheept naar Japan. Misschien hoorde het boek van
Nicolaes Petter daar ook wel bij. Het is jammer genoeg niet aan te tonen, maar
in dat geval had het boek Worstelkonst zelfs enige invloed op Japanse
krijgskunst kunnen hebben gehad.
Tom Verhoeven
Auvergne, winter 2012 (eerdere versie
gepubliceerd in de Aikido Nyumon, 1995)
Biografie Nicolaes Petter:
BeantwoordenVerwijderenwww.nicolaespetter.blogspot.com