Een kasteel kan een
uitmuntend ontwerp hebben, vakkundig gebouwd zijn, bijzonder versterkt zijn, maar als
het niet goed geplaatst is in de omgeving dan zal het tot niets leiden. Dit
zelfde geldt voor een dojo, een huis en een tempel.
De Japanse
samurai gebruikten hogaku om de juiste plek voor een gebouw in een landschap te
bepalen. Er zijn verschillende vormen van hogaku, in dit voorbeeld wordt
uitgegaan van de van oorsprong Chinese mythische dieren die als beschermers van
de vier kompasrichtingen dienden.
Een Japanse doka
beschrijft het bondig als volgt;
In het Noorden de Zwarte schildpad slang
In het Oosten
de Blauwe draak
In het Zuiden de Rode raaf
In het Westen de Witte tijger
De praktische
uitleg ziet er als volgt uit:
Het Noorden wordt
beschermd door de zwarte schildpad slang – aan die zijde horen zich bergen of
heuvels te bevinden.
Het Oosten wordt
beschermd door de blauwe (groene)draak en aan die zijde hoort er een stromende
beek te zijn.
Het zuiden wordt
beschermd door de rode raaf (suzaku, rode vogel, feniks) en daar bevind zich
een wijdse open ruimte voor het verbouwen van gewassen.
Het westen wordt
beschermd door de witte tijger (byakko, tora, kirin) en daar hoort zich een weg
te bevinden.
Symboliek;
Zwarte Schildpad
slang (genbu) staat bekend als de luisteraar en als degene die volkomen bekend
is met de leer van de Buddha, staat voor winter, koude, de kleur zwart, water,
aarde en geloof.
Blauwe draak (ryu
of seiryu) staat voor de lente, het element hout, regen, correct gedrag.
De rode vogel
staat voor zomer, de kleur rood, kennis, vuur – verschijnt alleen in tijden van
geluk en fortuin.
De witte tijger
(ook wel geassocieerd met de kirin) is de beschermer van Buddha’s leer en van
de mensheid, staat voor herfst, metaal, geldt als de god van de oorlog en de meester van de bergen.
Meer over de
mythische dieren is terug te vinden in dit artikel;
Tom Verhoeven
Auvergne, Lente 2013
Geen opmerkingen:
Een reactie posten