Pagina's

dinsdag 28 februari 2012

Dobun - het dragen van de dogi


Laatst bezocht ik de website van de British Aikido Board en het viel me op hoe bij enkele leraren de uwagi, het jasje van de dogi, verkeerd om zat. Het is of het gevolg van het verkeerd afdrukken van een negatief of de computer heeft kans gezien de foto om te draaien. Beginnende aikidoka zie je soms worstelen met hun nieuwe dogi en dan komt het ook nog wel eens voor dat het jasje van de dogi verkeerd om zit.
Het is belangrijk dat je als aikidoka je dogi (keikogi) met zorg uitkiest; het moet comfortabel zitten, je moet er gemakkelijk in kunnen bewegen en het mag dus niet te groot of te klein zijn. Houdt er bij aanschaf van je kleding rekening mee dat je keikogi bij de eerste wasbeurt flink zal krimpen. In Aikido is het gebruikelijk een witte keikogi (“judopak”) te dragen. Dames dragen onder de uwagi een egaal wit t-shirt of hemd. Draag altijd schone kleding. Repareer eventuele scheuren in de kleding zo spoedig mogelijk. Oefen nooit met opgerolde mouwen, je partner kan met vingers of duim er achter blijven haken en geblesseerd raken. Kort daarom de mouwen voldoende in. Je polsen moeten zichtbaar zijn. De broek wordt ingekort tot op enkelhoogte, zodat bij het dragen van een hakama  de broekspijpen niet zichtbaar zijn.
Het is om geheel andere redenen dat het belangrijk is dat je er op let dat je uwagi, het jasje, correct zit. De uwagi hoort zowel door mannen als door vrouwen links over rechts gedragen te worden. Nooit andersom. De fabrikant van de keikogi heeft voor alle zekerheid een etiket genaaid op de zijde die voor dient te blijven. Volgens een oud Japans gebruik wordt bij iemand die overleden is de uwagi omgekeerd, dus rechts over links gekeerd.
Je keikogi verkeerd om dragen bij een Aikido les brengt onheil met zich mee. Zie je iemand in de les die onverhoopt zijn keikogi verkeerd om heeft, wees dan zo attent hem er op te wijzen en begeleid hem naar de rand van de tatami waar hij zijn kleding kan corrigeren.

Tom Verhoeven
Auvergne, winter 2012   

zondag 26 februari 2012

Fujimoto sensei overleden


Deze week kwam het trieste bericht van het onverwachte overlijden van Yoji Fujimoto sensei op maandag 20 februari 2012.

Yoji Fujimoto sensei werd geboren in Yamaguchi, Japan op 26 maart 1948. Zijn vader was een hachidan kendoleraar die les gaf aan de lokale politie en Yoji Fujimoto al op jonge leeftijd liet kennis maken met de beoefening van Budo. Hij werd door zijn vader geintroduceerd aan de Aikikai Hombu dojo en trainde daar zo intensief dat hij reeds op zijn veertiende een shodan en op zijn eenentwintigste een sandan toegekend kreeg. In die periode was Koichi Tohei zijn voornaamste sensei. In de jaren zeventig werd hij als Aikikai Hombu dojo shihan naar Italie gezonden om er Tada sensei te assisteren. Tada sensei zou ook een grote invloed hebben op de verdere ontwikkeling van Fujimoto sensei’s Aikido.
In 2010 ontving Yoji Fujimoto sensei een hachidan van doshu Moriteru Ueshiba.

Fujimoto sensei met zijn certificaat voor hachidan

Het Aikido van Fujimoto sensei was in de eerste plaats heel esthethisch. Het was echt een genoegen om te kijken naar de mooie bewegingen, de fraaie combinaties en de vele variaties. Hij kreeg daarom ook grote bekendheid als stylist. Alleen de aikidoka die persoonlijk onderricht van hem hadden gekregen wisten hoe stevig en compact zijn technieken konden aanvoelen. Zijn lessen hadden een mooie balans tussen technieken voordoen, uitleggen en vervolgens de deshi zelf te tijd te geven de techniek te onderzoeken en te ondervinden en het dan weer op het juiste moment ingaan op meer kleine details, door bijvoorbeeld de techniek op te breken in verschillende delen. Hij kon ook precies zijn waar het om correct gedrag in de dojo ging. Op mijn uitnodiging om naar Nederland te komen was hij gelukkig bereid in te gaan. De stage werd gehouden ter ere van het 15-jarig bestaan van de dojo in november 2006. Zoals gebruikelijk begon de les met een buiging naar de kamiza. Sensei draaide zich vervolgens om, wachtte even, zag hoe een aantal aikidoka boog en boog op zijn beurt. Pas toen bogen alle anderen. Zijn vraag was daarop; “wie buigt als eerste, de leraar of de leerling? Van verschillende kanten klonk een heel beslist; “de leraar buigt eerst!” Geduldig legde sensei uit dat de leerling aan de leraar vraagt om les te krijgen en dat doet met de woorden “onegai shimasu” en een buiging. Waarop hij de les weer opnieuw liet beginnen en na het omdraaien rustig wachtte tot iedereen een buiging had gemaakt vooraleer hij zelf boog. In de gesprekken die ik met hem had na die les benadrukte hij steevast het belang van het juiste gedrag door de Aikido deshi.

Fujimoto sensei en Tom Verhoeven

Fujimoto sensei in Nederland

Fujimoto sensei en Tom Verhoeven : kokyu nage

Fujimoto sensei en Tom Verhoeven

Hij had een groot gevoel voor humor en hij hield van plagen. Tijdens een grote Aikido stage in Basel waren er lessen speciaal bedoeld voor leraren en een van die lessen werd door hem gegeven. Er werd begonnen met basisbewegingen met de bokken. Enkele leraren hadden zich de vreemde gewoonte aangemeten de bokken na elke slag naar beneden tot voor het kruis te drukken. Fujimoto sensei zag het, vroeg waar het voor bedoeld zou kunnen zijn en begon het al wandelend door de zaal na te doen. Het zag er obsceen uit en de tranen van het lachen liep over ieders wangen. In dit soort lessen kon hij strikt zijn – hij gaf immers les aan mensen die op hun beurt de kunst weer overdroegen en dan stelde hij hogere eisen dan wanneer hij aan beginners les gaf.

Lange tijd heb ik de hoop gehad dat het nog eens tot een tweede Aikido stage met hem in Nederland zou komen.
Fujimoto sensei was een sympathieke man en een buitengewoon inspirerende Aikido-leraar. Hij is ons veel te vroeg ontvallen.
Yoji Fujimoto sensei is 63 jaar oud geworden.

Tom Verhoeven
Auvergne, winter 2012
                   

woensdag 22 februari 2012

Ganseki Otoshi


Judo kreeg in zijn beginperiode grote bekendheid dankzij Saigo Shiro, de belangrijkste en bekendste leerling van Judo grondlegger Jigoro Kano in die tijd. Saigo Shiro slaagde er in om bij elk toernooi van elke tegenstander te winnen. Dat lukte hem vooral met een techniek die hij niet van Jigoro Kano maar van zijn eerdere leermeester Saigo had geleerd. Saigo was een vertegenwoordiger van de Takeda han en zou later les geven aan Takeda Sokaku, die op zijn beurt weer les gaf aan Aikido grondlegger Ueshiba Morihei. De techniek waarmee Saigo Shiro zijn tegenstanders overwon stond bekend als Yama Arashi (Berg Storm). Deze techniek is verloren gegaan. De techniek kon indertijd nog niet worden vastgelegd op foto of film. Er bestaan wel enige beschrijvingen van, maar deze zijn veelal van latere datum en verschillen nogal van elkaar. Het Judo curriculum kent wel een Yama Arashi, maar dit schijnt niet de oorspronkelijke techniek van Saigo Shiro te zijn geweest. Sommigen menen dat het een soort Se nage (schouderworp) is geweest, anderen menen dat het meer een vorm van Shiho nage was. Er zijn er ook die menen dat de techniek hetzelfde was als de techniek die in Aikido bekend staat als Ganseki Otoshi.

Tom Verhoeven 1995 Ganseki Otoshi
Ganseki betekent grote rotsblok. Otoshi betekent val. Er zijn twee manieren waarop de techniek uitgevoerd kan worden.
  1. Shite heeft kans gezien om zich onder Aite’s centrum te plaatsen en hem op beide schouders te kantelen. Aite komt ruggelings op de schouders van Shite te liggen. Indien Aite bijtijds mee beweegt kan hij zijn benen optillen, hierdoor kan hij achterwaarts kantelend op beide voeten terechtkomen (zie foto).
  2. Aite beweegt niet op tijd mee en komt daardoor nagenoeg machteloos op de schouders van Shite te liggen. Deze stapt abrupt onder Aite vandaan, op vrijwel dezelfde wijze bewegend als bij shiho nage, en laat Aite vallen (otoshi). 

Zoals de naam al aangeeft is Ganseki otoshi geen worp. Het is het veroorzaken van een val bij Aite.
Het is een rigoreuze techniek die beslist niet geschikt is voor beginners. De techniek vergt een grote mate van geoefendheid en atletisch vermogen. Vanwege de moeilijkheidsgraad en het risico van blessures is de techniek geschrapt van het Aikikai curriculum. Er zijn slechts nog weinig Aikido dojo waar men bekend is met deze techniek en waar deze ook beoefend wordt.

Tom Verhoeven
Auvergne, winter 2012

dinsdag 21 februari 2012

Wales - Dyffryn Nantle Aikido dojo


Aikido instructeur David Halsall sensei is oorspronkelijk afkomstig van het eiland Man (Isle of Man) in de Ierse zee. Daar volgde hij decennia lang de lessen van Alan Ruddock sensei (godan Aikikai, rokudan IMAF) en werd er assistent instructeur van de Isle of Man Aikikai. In 2003 ontving hij uit handen van Alan Ruddock sensei zijn sandan.

David Halsall sensei in Nederland


In de loop der jaren volgde hij bij tal van leraren Aikido stages, w.o. Kanetsuka sensei, Fujita sensei, Sekiya sensei, Terry Ezra sensei, Cy O’Hara sensei, Henry Kono sensei, Motomichi Anno sensei, Ken Cottier sensei en Terry Bayliss sensei.

Terry Bayliss sensei tijdens seminar in dojo Dyffryn Nantle Aikido club


Inmiddels is hij verhuisd naar Wales en heeft daar de Dyffryn Nantle Aikido club opgericht Het is een groeiende en actieve Aikido club, dat vriendschapsbanden heeft met meerdere dojo in de wijde omgeving. Dyffryn Nantle Aikido club is aangesloten bij de  Seijitsu Aikido ryu dat oner leiding staat van Terry Bayliss shihan (hachidan) en is een door de British Aikido Board erkende Aikido dojo. Een paar keer per jaar organiseert Dyffryn Nantle Aikido club een Aikido stage.

Meer informatie over de Dyffryn Nantle Aikido club is terug te vinden op hun facebook pagina:
Email: halsall.manx@btinternet.com  

Tom Verhoeven 
Auvergne, winter 2012

zaterdag 18 februari 2012

Kyudo - herdenkingsceremonie


Elf ridders rijden
Door een snijdende sneeuwstorm
Geen wendt het hoofd af

De Kyudo Renmei Nederland is de landelijke organisatie van het Japanse boogschieten (kyudo – de weg van de boog). Op 26 februari 2012 organiseert de Kyudo Renmei een herdenkingsceremonie voor hun overleden leraren die ieder op bijzondere wijze hebben bijgedragen aan de verspreiding van Kyudo in Nederland;
Simon van den Nieuwendijk 10 augustus 1987
Kees Buurman 29 augustus 1997
Henk Stelwegen 12 januari 1998
Iwao Matsui 27 februari 2002

De herdenkingsceremonie wordt gehouden in de Engaku – An  Kyudojo in Vijfhuizen van 13.00 – 15.00 uur.

Simon van den Nieuwendijk
Begin jaren tachtig volgde ik niet alleen lessen in Aikido, maar ook in andere Japanse krijgskunsten. Kyudo had al mijn interesse sinds het lezen van het boek van Eugene Herrigel. Tot die tijd was het echter nog niet mogelijk geweest om in Nederland lessen Kyudo te volgen. Veelzijdig budoka Simon van den Nieuwendijk had in Japan getraind en daar zijn sandan Kyudo ontvangen. Hij introduceerde het Kyudo in Nederland, hij gaf demonstraties en introductielessen in geheel Nederland en begon in zijn eigen dojo met het geven van wekelijkse lessen. Ik was in de gelegenheid om een van zijn lessen bij te wonen en het maakte diepe indruk op me. De les werd gegeven op een veldje naast de sportschool van Siem van den Nieuwendijk. In ganzenrij betraden de in dogi en hakama geklede boogschutters het veld en namen plaats tegenover de doelen. De doelen stonden tegen een dijkje opgesteld. Van den Nieuwendijk sensei zou het eerste schot lossen. Met langzame, rituele bewegingen kwam hij overeind, twee pijlen in de hand, waarvan een op de pees van de boog. Hij hief de boog en spande de boog met een grote circulaire beweging. Hij loste de pijl. Met een doffe klap trof de pijl doel. De andere boogschutters lieten een kreet van goedkeuring horen. Een goed schot! Ieder op hun beurt stond nu op, legde aan, richtte en schoot. Sommigen raakten het doel, sommigen misten. Het geheel oogde als een ceremonie, er was geen haast, alleen maar nauwkeurigheid. Het om de beurt overeind komen en weer gaan zitten gaf het geheel een mooi ritme, alsof je naar een dans zat te kijken. Nadat alle kyudoka een schot hadden gelost op hun doel legde van de Nieuwendijk sensei aan voor zijn tweede schot. Zou hij het eerste schot kunnen overtreffen? Alles leek er op te wijzen. Zijn hele houding straalde iets zelfverzekerds uit. Iets van volkomen rust. Elk gebaar was als vanzelfsprekend. Niets was overbodig of geforceerd. Mens en boog bewogen als een. En op het juiste moment snelde de pijl weg van de boog. Om in het heuveltje naast het doel terecht te komen. Het bleef stil terwijl sensei nog altijd even geconcentreerd weer ging zitten en de volgende boogschutter aanspande. Aan het eind van de les sprak sensei over de schoten die gelost waren. “Mijn eerste schot”, zei hij, “was alleen maar raak. Maar het tweede schot, dat was het schot.”

In Budo draait het nooit om het resultaat. Een goed resultaat is een gevolg van juist trainen, de juiste houding (zowel fysiek, mentaal als moreel), de juiste inzet. Het is niet het doel van Budo.
Het is tegenwoordig populair om te zeggen dat men resultaatgericht werkt. Oranje voetbalt resultaatgericht, stelt de bondscoach. Banken moeten resultaatgericht functioneren hoor ik een politicus zeggen. Het is onzin die verkocht wordt. Onzin die we te vaak en te graag willen geloven, maar waar we in werkelijkheid niets aan hebben.
Het staat haaks op het hele idee van het volgen van het pad van Bu.

Daarnaast benadrukt Budo, geinspireerd door Zen en Taoisme, een waardering voor het onvolkomene. Zelfs het nastreven van perfectie wil niet zeggen dat men het ook moet bereiken. Er zit een onmiskenbare schoonheid aan het onvolkomene. Zo kan een pijl die net mis gaat, terwijl elke voorafgaande handeling naar wens verliep, een beter schot opleveren dan een pijl die alleen maar het doel treft.

Tom Verhoeven

Auvergne, winter 2012   
          

donderdag 16 februari 2012

Dobun - geschriften over de weg


Oefen niet traag, maar energiek. Probeer met alle oefeningen echt mee te doen, zelfs al is de techniek nieuw voor je. Zelfs al maak je fouten; al doende leer je.
Oefen niet haastig, maar zorgvuldig. Snelheid is geen doel op zich. Snelheid ontstaat uit vaardigheid, uit een goed begrip van de technieken, van de vorm (Ji) en van het principe (Ri) achter de techniek. Snelheid ontstaat niet uit een jachtige manier van oefenen.
Daarenboven moeten sommige technieken om functioneel te zijn langzamer uitgevoerd worden dan andere. Het ritme van bewegen en niet-bewegen (sei to do) is niet bij elke techniek hetzelfde. Beter is het de technieken langzaam en zorgvuldig te oefenen. Naarmate men vordert zal het tempo vanzelf  omhoog gaan, op een natuurlijke wijze houdt het gelijke tred met het uithoudingsvermogen. En ontdekt men als vanzelf welke snelheid bij welke techniek hoort.

Tom Verhoeven

Auvergne, winter 2012

maandag 13 februari 2012

Tai iku, Chi iku, Toku iku, Ki iku, Joshiki no Kanyo

Aikido grondlegger Ueshiba Morihei O Sensei beschreef de beoefening van Aikido met de begrippen; Tai iku, Chi iku, Toku iku, Ki iku en Joshiki no Kanyo. Deze begrippen geven een helder inzicht in het doel van Aikido en de wijze van bekwaming in Aikido.

Tai iku is te vertalen met lichamelijke ontwikkeling.
In Aikido streven we naar een evenwichtige ontwikkeling van het lichaam. Door regelmatig te trainen wordt men fysiek sterker, leniger, soepeler in het bewegen, de ademhaling gaat dieper en rustiger, het uithoudingsvermogen neemt toe. Het is echter een vergissing om te menen dat het in Aikido om spierkracht gaat, om technieken die steeds harder en ruwer worden ingezet om de ander maar naar de grond te dwingen. Aikido is van nature subtieler. Timing, het juiste moment kiezen en het aanvoelen van de partner’s intentie om daar in mee te gaan is essentieel in Aikido. Het gebruik van spierkracht (wan ryoku) belemmert dit alles. In Aikido wordt de toepassing van Kokyu Ryoku, ademkracht, benadrukt. Ofschoon sommige hier een natuurlijke aanleg voor lijken te hebben, vergt het de meeste aikidoka jaren van trainen eer ze daadwerkelijk het verschil ervaren tussen wan ryoku en kokyu ryoku.    

Chi iku is de ontwikkeling van wijsheid, inzicht en het intellect
Aikido is niet alleen een fysieke training. Ook het intellect zal zich door regelmatige oefening ontwikkelen. De aikidoka zal steeds meer verbanden tussen de verschillende technieken gaan herkennen, de principes achter Aikido ontdekken en gaan inzien dat Aikido meerdere gelaagdheden, dimensies van ontwikkeling kent. Het inzicht dat Aikido op veel verschillende manieren toepasbaar is in het dagelijkse leven maakt deel uit van Chi iku.

Toku iku is de ontwikkeling van deugd, van ethisch inzicht
Aikido gaat niet over winnen. Aikido gaat niet over zelfverdediging. Aikido gaat niet over vechten. Aikido is een krijgskunst die de vaardigheden, strategie en principes van Budo inzet voor een hoger ethisch doel: vrede, harmonie en geluk. Om dit te bereiken zal de aikidoka elk streven naar overwinnen, meer en sterker dan een ander willen zijn, en elke vorm van egocentrisch gedrag te boven moeten komen. Ware overwinning is zelf overwinning.
Wanneer we denken aan een moeilijke situatie die dreigt te escaleren, dan spreken we pas over de juiste toepassing van de principes van Aikido indien beide opponenten ongedeerd en ongekwetst uiteen gaan (ai nuke – gezamenlijk ontkomen). Wanneer de escalatie voorkomen kan worden en er helemaal niet in de richting van een conflict bewogen wordt is er pas echt sprake van Aikido.
De beoefening van Aikido leidt tot dit diepere inzicht in het ware pad van Aiki.

Ki iku is de ontwikkeling en koestering van ki, van de levensadem en alles dat daar mee samenhangt.
Ieder mens beschikt van nature vanaf de geboorte over ki. In ons dagelijkse leven worden we echter met zoveel problemen en obstakels geconfronteerd dat de ki onzuiver wordt, niet langer vrij kan stromen na en belemmert wordt om zich spontaan en vrij te uiten in daden en gedachten. Aikido is een vorm van misogi, loutering, reiniging, het verwijdert alle opgedane onzuiverheden zodat we weer de helderheid van onze oorspronkelijke ki kunnen ervaren..


Joshiki no kanyo. Joshiki laat zich vertalen met “gewoon weten”, alledaagse kennis, kennis die zich moeilijk in woorden laat omschrijven, maar die bij iedereen als bekend mag worden voorondersteld. Omgangsvormen vallen onder Joshiki, regels ten aanzien van hygiene, het verkeer, omgaan met gereedschap, het betreden van de dojo, het opvouwen van je hakama – het valt allemaal onder het begrip Joshiki. Kanyo duidt op toepassing, het gebruik van Joshiki in het leven van alledag, dus niet uitsluitend in de dojo.

De neiging is om Joshiki als een cultureel bepaalde opvatting te zien die van streek tot streek, van land tot land en zelfs van taal tot taal kan verschillen. O Sensei zag het echter als een universeel toepasbaar begrijpen van wat in een gegeven situatie nodig of gewenst is en wat niet. Aikido is een Japanse discipline en dus zul je als beoefenaar van Aikido de Japanse reigi eigen moeten maken. Reigi maakt deel uit van Joshiki. Het gaat daarbij niet alleen om het toepassen van de juiste vorm, maar vooral om de intentie. In zijn opvattingen over Joshiki baseerde O Sensei zich echter niet op de Japanse cultuur maar op het Taoistisch beginsel van natuurlijk gedrag en oorspronkelijke kennis. Zo bezien kunnen er best culturele verschillen bestaan, maar zijn er ondanks die culturele verschillen principes die universeel toepasbaar zijn waar geen discussie over mogelijk is. Wanneer we geconfronteerd worden met een cultureel verschil is het een kwestie van aanpassen. Gaat het echter om een universeel toepasbaar principe dan is het een kwestie van persoonlijke ontwikkeling en inzicht. Het draait dan niet langer om een verschil van opvatting maar om de vraag of je diep genoeg gegaan bent om het principe te begrijpen. Wanneer het principe niet wordt toegepast is er sprake van Muri (tegen het principe in gaan, niet logisch handelen).

Tom Verhoeven
      
Auvergne  winter 2012

woensdag 8 februari 2012

Sanpaku Gan - drie wit oog


O Sensei leerde zijn leerlingen om beslist niet naar de tegenstander te kijken wanneer ze aangevallen werden, niet naar het zwaard dat hij vasthield, niet naar de handen en vooral niet naar de ogen. In al deze gevallen kan de tegenstander je ki verstoren. Net als de meeste klassieke scholen (ryuha) in krijgskunst benadrukte O Sensei dat je moest kijken alsof je naar een berg in de verte keek.
Toch zijn er ook scholen geweest die hun leerlingen juist aanbevolen om naar de ogen van de tegenstander te kijken. De ogen vertellen veel over de gemoedstoestand van de tegenstander. Bij iemand die kalm en onverstoorbaar is lijkt het oog uit drie delen te bestaan. De donkere iris met aan weerszijden het wit van het oog. Maar bij iemand die angstig, onrustig of vermoeid is is vaak ook onder of boven de iris wit te zien. Sanpaku duidt op drie (san) keer wit (paku). Je zou het eens voor de spiegel kunnen oefenen. Je geestesgesteldheid heeft invloed op je lichaamshouding, als je angstig en terughoudend bent dan deins je een beetje terug. Hierdoor is er meer wit boven in het oog te zien. Bij een neerslachtige houding zakt het hoofd juist naar beneden, daardoor zie je meer wit onder in het oog.. Door op die manier het lichaam van de tegenstander te lezen biedt dit je al een voorsprong.
O Sensei was geen voorstander hiervan, omdat de tegenstander dit ook als list kan toepassen. Hij benadrukte dat de aikidoka een veel directere, spontane en oprechte Aiki-connectie moest maken.  

President John F. Kennedy met Sanpaku ogen


De grondlegger van de macrobiotiek, Yukikazu Sakurazawa (1893 – 1966), probeerde dit idee van Sanpaku toe te passen bij het stellen van medische diagnoses.
Zo merkte hij in 1963 op dat toenmalig president John F. Kennedy in ernstig gevaar was vanwege diens Sanpaku conditie. Korte tijd later was er de aanslag op de president. Sindsdien is het idee van Sanpaku ogen een geheel eigen leven gaan leiden. Van een mogelijk moment van psychische zwakte werd het een indicatie voor een fysiek mankement, een manier om voorspellingen te doen over iemands levensduur tot het idee dat het om dodende ogen (in het boek Sanpaku van de Vlaamse auteur Jeff Geeraerts) zou gaan.
Vaak wordt het amerikaanse dollarbiljet aangehaald. Daarop staat een afbeelding van het “alziend oog” op een pyramide. Het is een verwijzing naar de maconnieke achtergrond van de grondleggers van de Verenigde Staten. Ook dit oog zou een sanpaku oog zijn en hier worden vervolgens allerlei vage conclusies aan verbonden.    



Feit is wel dat vrouwen die een man met Sanpaku ogen aankijken als buitengewoon verleidelijk worden ervaren. In de fotografie geldt het als een klassieke pose.

Filmactrice Marion Davies (1897 - 1961)


Yukikazu Sakurazawa kende Ueshiba Morihei O Sensei persoonlijk en zou zich bij het ontwikkelen van de macrobiotiek hebben laten inspireren door het voedsel patroon van O Sensei en door de gewassen die O Sensei verbouwde in zijn Aiki-En (Aiki – tuin).

George Ohsawa

Gedurende zijn verblijf in Frankrijk veranderde Yukikazu Sakurazawa zijn naam in Georges Ohsawa. Hij ontleende de naam aan het gebruikelijke Franse antwoord op de vraag “hoe gaat het?”; “Oh, ca va”.

Tom Verhoeven       
Auvergne, winter 2012

zaterdag 4 februari 2012

Godan voor Keiki Ishimoto san


Onlangs is aan Keiki Ishimoto san van de Kumano Juku Dojo godan (vijfde dan) toegekend door Aikikai hombu dojo.
Keiki Ishimoto san geeft les in Aikido aan kinderen en jongeren aan de Ida dojo, een branch-dojo van de Kumano Juku Dojo.
Bij een van de Aikido stages met Hine sensei in Nederland assisteerde Keiki san Hine sensei als diens uke.

Keiki Ishimoto san met certificaat godan

Keiki Ishimoto san in Nederland 2007
Keiki Ishimoto san tijdens stage met Hine sensei 2007

Keiki Ishimoto san in Nederland 2007

Tom Verhoeven
Auvergne, winter 2012