Live in each season as
it passes; breathe the air, drink the drink, taste the fruit, and resign
yourself to the influences of each.
Henri David Thoreau
I never had any other desire so
strong, and so like to covetousness, as that one which I have had always, that
I might be master at last of a small house and a large Garden. ~Abraham
Cowley, The Garden, 1666
Temidden van drieduizend werelden
Een enkele pruimenbloesem
De stenen poort zal
Voor de tweede maal openen
Doka van Ueshiba Morihei O sensei
Als vergoeding
voor zijn taken werd de samurai jaarlijks uitbetaald in balen rijst. Verder was
het voor de samurai altijd van belang dat hij in staat moest zijn om zelf in
zijn voedsel te voorzien. Elke samurai beschikte daarvoor over een perceel land
waarop hij rijst en groente verbouwde en eventueel wat vee hield. Een oude
stelregel was dat elke samurai minstens een pruimenboom moest planten. Gezouten
pruimen worden nog altijd gezien als een lekkernij, maar ook als een remedie
tegen allerlei kwaaltjes. Kruiden en paddestoelen werden gevonden in de
omliggende bossen. In sommige streken werd thee verbouwd. De beoefening van
krijgskunst en de teelt van groenten ging in het leven van de samurai hand in
hand.
Al voor de oorlog
was Ueshiba Morihei O Sensei begonnen met het kopen van grond in Iwama, Ibaraki
prefectuur. Zijn doel was om ooit een boerderij-dojo te vestigen. Hij bezat
uiteindelijk bijna zeven hectare grond – een aanzienlijk landgoed voor een land
als Japan.
Teleurgesteld in
de opvattingen van de Japanse leiders besloot Ueshiba Morihei O Sensei zich na
de aanvang van de tweede wereldoorlog, terug te trekken uit het
maatschappelijke leven en zich voortaan te wijden aan een leven in de natuur.
Van jongs af aan had hij ervaring opgedaan met het verbouwen van groenten en
kennis opgedaan van de natuur. Het leven met de seizoenen en temidden van de
natuur groenten verbouwend zag hij geheel in de geest van de klassieke samurai.
Bovendien beschouwde hij het leven met de natuur als een Aiki ideaal.
Zijn landgoed bij
Iwama bestond voor een belangrijk deel uit bos en onontgonnen terrein. Er stond
geen huis op het terrein, maar van zijn buren kon hij een oude houten schuur
overnemen. Leerlingen en kennissen die hem vanuit Tokyo bezochten waren
geschokt door zijn leefomstandigheden . Het oogde allemaal heel armoedig. Bovendien
was het contrast met zijn vroegere leven temidden van hooggeplaatste militaire
officieren, politici, academici en leden van het keizerlijk hof met dit
spartaans aan doende bestaan wel erg groot. Maar O Sensei was gelukkig met zijn
terugkeer naar de natuur. Hij werkte met plezier op het land, rooide
boomstronken, bewerkte de grond, zaaide en plantte zijn favoriete groenten en
verbaasde zijn buren met zijn goede oogsten.
Zijn training
zette hij ondertussen voort en in 1942 koos hij definitief voor de naam Aikido
voor zijn krijgskunst (de naam Aikido is overigens niet door hem zelf bedacht,
zelf had hij het meestal simpelweg over Aiki als hij sprak over zijn Budo. Soms
gebruikte hij het begrip Aiki no michi). Gedurende de oorlogsjaren
concentreerde hij zich op het aanleggen van een buiten-dojo en de bouw van een
Aiki jinja (schrijn) op zijn landgoed. De eerste Aiki jinja had een eenvoudige
constructie die later vervangen zou worden door een meer traditionele jinja.
Aiki Jinja in aanbouw |
Torii voor de Aiki Jinja in Iwama, Ibaraki. |
Na de oorlog
kwamen meer van zijn leerlingen bij hem langs om les te krijgen. De eerste
trainingen werden buiten gegeven.
Naast zijn huis
bouwde hij met zijn leerlingen een dojo. De dojo was voorzien van een houten vloer
en had aanvankelijk geen tatami (matten). De leerlingen volgden een intensief
programma van meerdere trainingen per dag, ongewapende technieken in de dojo,
wapentechnieken buiten voor de dojo. Er werden ook trainingen gegeven op
onverwachtse momenten, soms werden ze midden in de nacht gewekt voor een
training of besloot O Sensei op een willekeurige dag de bergen in te trekken om
daar in de bossen een training te geven. Tijdens een van die nachtelijke trainingen
realiseerden zijn leerlingen zich tot hun schrik dat O Sensei geen bokken tegen
hen gebruikte maar een shinken – een echt zwaard! In het donker hadden ze niet
gezien dat hij die bij zich had, ze ontdekten het tijdens het trainen door de
weerschijn van de maan op het wapen.
Daarnaast werkten
ze dagelijks in de tuinen, hielpen met het bouwen of herstellen van het huis,
de dojo en de Aiki jinja. Ook het reinigen van de dojo en de ruimte voor de
Aiki jinja behoorden tot hun dagelijkse taken.
“Werken in de
Aiki En tuinen is zwaarder dan budo training” beweerde O Sensei eens. Vooral in
het begin moesten er veel bomen gekapt en gerooid worden en er moest grote
stenen verplaatst worden. Op een dag lukte het zijn leerlingen niet om een
groot rotsblok te verplaatsen. Ze vroegen O Sensei om hulp, deze keek naar de
rotsblok, en zonder enige zichtbare moeite verplaatste hij de rotsblok naar de
plek waar hij hem hebben wilden. Hij legde uit dat ook hier het principe van
Aiki van toepassing was.
Iwama was ook de
plek waar O Sensei zich verder in Shinto kon verdiepen. Bewoners in de wijde omgeving
werden voortaan in alle vroegte gewekt door de klanken van zijn kotodama. Hij
was dagelijks in gebed te vinden voor de Aiki jinja. Zijn lessen begon hij elke
dag met een reinigingstekst en reinigingsritueel. Incidenteel liep hij naar een
waterval in de bergen om daar een rituele reiniging onder de waterval te
ondergaan. Hij nam ook deel aan Buddhistische riten waarbij hij de hart-sutra met diepe luide klanken reciteerde.
Het terugtrekken
uit het maatschappelijk leven om de aandacht volledig te richten op de eigen natuur
of op de beoefening van een kunst of ambacht als methode tot geestelijke ontwikkeling behoort
tot een lange oosterse traditie. Het gaat daarbij niet om wat we in het westen
zien als een liefhebberij waar we ons mee bezighouden na pensionering, maar om
een spiritueel afscheid van maatschappelijke verplichtingen en om een verandering
van levensstijl waarbij men zich ontdoet van opgelegde regels, normen en
waarden en de werkelijkheid op een directe wijze tracht te ervaren.
Voor veel
aikidoka is leven en werken in de natuur in combinatie met Budo keiko in de
natuur nog steeds een inspirerend ideaal, ofschoon er slechts weinig dojo zijn
waar men ook echt de mogelijkheid heeft om dit ideaal te verwezenlijken.
Tom Verhoeven
Auvergne, zomer
2012
Geen opmerkingen:
Een reactie posten