Tai iku is te vertalen met
lichamelijke ontwikkeling.
In Aikido streven we naar een evenwichtige
ontwikkeling van het lichaam. Door regelmatig te trainen wordt men fysiek
sterker, leniger, soepeler in het bewegen, de ademhaling gaat dieper en
rustiger, het uithoudingsvermogen neemt toe. Het is echter een vergissing om te
menen dat het in Aikido om spierkracht gaat, om technieken die steeds harder en
ruwer worden ingezet om de ander maar naar de grond te dwingen. Aikido is van
nature subtieler. Timing, het juiste moment kiezen en het aanvoelen van de
partner’s intentie om daar in mee te gaan is essentieel in Aikido. Het gebruik
van spierkracht (wan ryoku) belemmert dit alles. In Aikido wordt de toepassing
van Kokyu Ryoku, ademkracht, benadrukt. Ofschoon sommige hier een natuurlijke
aanleg voor lijken te hebben, vergt het de meeste aikidoka jaren van trainen
eer ze daadwerkelijk het verschil ervaren tussen wan ryoku en kokyu ryoku.
Chi iku is de ontwikkeling
van wijsheid, inzicht en het intellect
Aikido is niet alleen een fysieke training.
Ook het intellect zal zich door regelmatige oefening ontwikkelen. De aikidoka
zal steeds meer verbanden tussen de verschillende technieken gaan herkennen, de
principes achter Aikido ontdekken en gaan inzien dat Aikido meerdere
gelaagdheden, dimensies van ontwikkeling kent. Het inzicht dat Aikido op veel
verschillende manieren toepasbaar is in het dagelijkse leven maakt deel uit van
Chi iku.
Toku iku is de ontwikkeling
van deugd, van ethisch inzicht
Aikido gaat niet over winnen. Aikido gaat niet
over zelfverdediging. Aikido gaat niet over vechten. Aikido is een krijgskunst
die de vaardigheden, strategie en principes van Budo inzet voor een hoger
ethisch doel: vrede, harmonie en geluk. Om dit te bereiken zal de aikidoka elk
streven naar overwinnen, meer en sterker dan een ander willen zijn, en elke
vorm van egocentrisch gedrag te boven moeten komen. Ware overwinning is zelf
overwinning.
Wanneer we denken aan een moeilijke situatie die
dreigt te escaleren, dan spreken we pas over de juiste toepassing van de
principes van Aikido indien beide opponenten ongedeerd en ongekwetst uiteen
gaan (ai nuke – gezamenlijk ontkomen). Wanneer de escalatie voorkomen kan
worden en er helemaal niet in de richting van een conflict bewogen wordt is er
pas echt sprake van Aikido.
De beoefening van Aikido leidt tot dit diepere
inzicht in het ware pad van Aiki.
Ki iku is de ontwikkeling en
koestering van ki, van de levensadem en alles dat daar mee samenhangt.
Ieder mens beschikt van nature vanaf de
geboorte over ki. In ons dagelijkse leven worden we echter met zoveel problemen
en obstakels geconfronteerd dat de ki onzuiver wordt, niet langer vrij kan
stromen na en belemmert wordt om zich spontaan en vrij te uiten in daden en
gedachten. Aikido is een vorm van misogi, loutering, reiniging, het verwijdert
alle opgedane onzuiverheden zodat we weer de helderheid van onze
oorspronkelijke ki kunnen ervaren..
Joshiki no kanyo. Joshiki laat
zich vertalen met “gewoon weten”, alledaagse kennis, kennis die zich moeilijk
in woorden laat omschrijven, maar die bij iedereen als bekend mag worden
voorondersteld. Omgangsvormen vallen onder Joshiki, regels ten aanzien van
hygiene, het verkeer, omgaan met gereedschap, het betreden van de dojo, het
opvouwen van je hakama – het valt allemaal onder het begrip Joshiki. Kanyo
duidt op toepassing, het gebruik van Joshiki in het leven van alledag, dus niet
uitsluitend in de dojo.
De neiging is om Joshiki als een cultureel
bepaalde opvatting te zien die van streek tot streek, van land tot land en
zelfs van taal tot taal kan verschillen. O Sensei zag het echter als een
universeel toepasbaar begrijpen van wat in een gegeven situatie nodig of
gewenst is en wat niet. Aikido is een Japanse discipline en dus zul je als
beoefenaar van Aikido de Japanse reigi eigen moeten maken. Reigi maakt deel uit
van Joshiki. Het gaat daarbij niet alleen om het toepassen van de juiste vorm,
maar vooral om de intentie. In zijn opvattingen over Joshiki baseerde O Sensei
zich echter niet op de Japanse cultuur maar op het Taoistisch beginsel van
natuurlijk gedrag en oorspronkelijke kennis. Zo bezien kunnen er best culturele
verschillen bestaan, maar zijn er ondanks die culturele verschillen principes
die universeel toepasbaar zijn waar geen discussie over mogelijk is. Wanneer we
geconfronteerd worden met een cultureel verschil is het een kwestie van
aanpassen. Gaat het echter om een universeel toepasbaar principe dan is het een
kwestie van persoonlijke ontwikkeling en inzicht. Het draait dan niet langer om
een verschil van opvatting maar om de vraag of je diep genoeg gegaan bent om
het principe te begrijpen. Wanneer het principe niet wordt toegepast is er
sprake van Muri (tegen het principe in gaan, niet logisch handelen).
Tom Verhoeven
Auvergne
winter 2012
Geen opmerkingen:
Een reactie posten