De Tosen kyo is
een Japans geschrift daterend uit de 10e / 11e eeuw
waarvan niet met zekerheid is vastgesteld wie de auteur is. Waarschijnlijk is
het een vooraanstaande vertegenwoordiger van de Oe familie (Oe Masafusa) – het
was vooral de Oe familie die in het Japan van de Heian periode onderricht gaf
in de kunst van het oorlogvoeren. Van Oe Masafusa is bekend dat hij onderricht
gaf aan Minamoto Yoshiie. De Tosen kyo zou een op schrift gestelde weergave van
die lessen kunnen zijn.
Ongetwijfeld was
ook de jongere broer van Minamoto Yoshiie, Yoshimitsu op de hoogte van de
inhoud van het geschrift. Minamoto Yoshimitsu geldt als de legendarische
grondlegger van de Daito ryu, de Aiki jujutsu stijl waar eeuwen later de
grondlegger van Aikido Ueshiba Morihei O Sensei de geheimen van kreeg overgedragen
van zijn leraar Takeda Sokaku.
De titel Tosen
kyo laat zich vertalen met de wetten of methode van het oorlog voeren of
(gewapend) strijden.
Het is een verzameling
van aanwijzingen die vooral van belang zijn voor degene die zich intensief met
krijgskunst bezig houdt; de samurai. Daarbij moeten we in het oog houden dat
het vooral om strategie gaat en niet zozeer om technische aanwijzingen. Voor
die strategie kan het verschil tussen winnen en verliezen bepaald worden door
de mate waarin men zich houdt aan de wetten van de oorlogsvoering en de principes
van het universum. Het naleven van de principes van In en Yo (yin en yang) en
de leer van de vijf elementen of bewegingen (zie “de grijsaards” in een eerdere
blog) – water, vuur, hout, metaal en aarde, kon leiden tot een overwinning en
het niet naleven er van tot een nederlaag.
Astronomische
waarnemingen, het weer, veranderingen in de natuur vormden belangrijke bronnen
van informatie en konden de voortgang van de strijd in grote mate bepalen. Uit
een struikgewas opschrikkende vogels konden duiden op een hinderlaag, aan de
hoeveelheid opstuivend zand kon men al van verre bepalen of de vijand snel
optrok met ruiterij of juist met langzaam voortbewegende lastdieren of te voet.
In de periode dat
de Tosen kyo geschreven wordt is de invloed van de Chinese cultuur op Japan nog
altijd groot en dat is ook in de Tosen kyo te bespeuren. Citaten van
Taoistische oorsprong wisselen af met verwijzingen naar de Kojiki. De Tosen kyo
zelf is in klassiek Chinees geschreven.
De Tosen kyo is
eeuwenlang een geheim geschrift gebleven binnen de Minamoto han dat slechts
werd overgedragen aan de volgende generatie als deze het niveau van “menkyo”
had bereikt.
De Tosen kyo is
in het Nederlands vetaald door Jeroen Bode, een ervaren beoefenaar van Aikido.
De volgende
hoofdstukken van de Tosen kyo geven een indruk van waar het boek over gaat:
Hoofdstuk 1
Bu waar ik over spreek staat aan het begin van
hemel en aarde. Door een ademtocht worden hemel en aarde gescheiden, zoals de
bek van een jonge vogel een eierschaal breekt. Daarom is dit het absolute principe
de bron van alles in de schepping en vormt het de oorsprong van alle
wijsbegeerte.
Ueshiba Morihei O
Sensei deed verwijzend naar de Tosen kyo dezelfde bewering “Bu is de oorsprong
van alle schepping (Aiki Shinzui; The essence of Aiki).
Hemel en aarde maken eerst deel uit van een
oorspronkelijk geheel, pas door een adem (Jeroen Bode vertaalt hier met “een
geconcentreerde kracht”) worden ze gescheiden. De adem als leven gevende kracht
is een universeel idee dat we in vrijwel elke cultuur (zelfs de christelijke
cultuur) terugvinden.
Het beeld van de
oorspronkelijke toestand die vergelijkbaar is met een ei verwijst naar een oude
Chinese mythe en wordt aangehaald in de Nihongi. Het is een oertoestand die wordt
aangeduid met het begrip konton, chaos. Het is de ademtocht die maakt dat de
schepping een aanvang neemt en daarmee de ordening (logos). Het vormt tezelfdertijd
de oorsprong van wijsbegeerte en daarmee van alle kennis.
Waar Jeroen Bode
vertaalt met “absolute principe” staat eigenlijk “onze weg”.
Hoofdstuk 2
Dit is een en dat is twee. Waarom wordt daarvoor
de metafoor van het wiel of van twee vleugels gebruikt? Is het niet zo dat de
hardheid van de stengel de bloem draagt? Is het niet zo dat het goddelijk paar
door middel van een speer bezet met juwelen onokoro, het eerste eiland creeerde?
Als we de eerste
zin met “dit is een en dat is twee” vertalen lijkt een vergelijking met de
Dotoku kyo (Tao Teh Ching) voor de hand te liggen. Het is echter ook te
vertalen met "dit is een en dat is de ander" en dan lijkt het eerder om een
beschrijving van In en Yo te gaan.
De auteur lijkt
niet helemaal tevreden met de vergelijking met een (karre-)wiel, dat we zowel
in het Chinese Taoisme (Tao Teh Ching) als in het Buddhisme kennen en evenmin
met die van de twee gelijkwaardige vleugels.
Hij vergelijkt Bu
met de stevigheid van een bloemstengel, het is door die stevigheid dat de bloem
gedragen kan worden, de bloem staat dan voor Bun, cultuur, letterkunde, kunst. De andere vergelijking is er een die Aikido grondlegger
Ueshiba Morihei O Sensei ook vaak maakte; het werpen of stoten van de speer in de zee door het godenpaar Izanagi en Izanami was
een daad van Bu en juist dankzij die daad ontstond het eerste eiland Onogoro shima en als
vervolg daarop de rest van de wereld. Jeroen Bode vertaalt Bu hier met
beschermende principe. Eerder vertaalde hij het al met pacifering. Maar er is
veel voor te zeggen om het gebruik van de speer ame no nuboko door Izanagi en Izanami te
beschouwen als een daad van geweld. Elke vorm van creativiteit kan bezien
worden als een daad van geweld; de ploeg in de grond, het penseel op het witte
vel papier, de beitel in het brok steen…
Hoofdstuk 3
Het is niet voldoende om acties te baseren op de
geest en de energie, noch om acties niet te baseren op de geest en de energie.
Kennis houdt niet echt bewust kennen in; denken blijft niet tot het denken zelf
beperkt. Onzichtbaar voor anderen ontwikkelt zich de ware kennis en verandert
het allerdiepste wezen van de mens. Doordat dit het wezen verandert ontwikkelt
zich de ware kennis.
Wat we
tegenwoordig als het normale denkproces beschouwen is niet voldoende om alles
te doorgronden. Zowel het Taoisme, Shinto en Buddhisme duiden hierop.
Terecht haalt
Jeroen Bode hier Blaise Pascal aan; “ Deux exces: exclure la raison, n’admettre
que la raison (Pensees). Er
zijn twee extremen; of we sluiten de rede uit of we dulden niets dan de reden.
Voor de
beoefening van Bu, en dat geldt in wezen voor alle uitingen van kunst en
ambacht, heb je meer nodig dan uitsluitend de rede. Je zult open moeten staan
voor andere soorten van ervaringen die evenzogoed vallen onder de noemer
kennis.
Hoofdstuk 8
Chinese teksten hebben als onderwerp de misleiding
van de tegenstander. De filosofie van Japan belicht de absolute scherpheid van
geestkracht. Is het een kwestie van misleiding? Of is het een kwestie van
scherpheid van geestkracht? Vangt men een hond met een vos of vangt men een vos
met een hond?
De hond staat
voor trouw in China net als in Japan. De vos daarentegen werd scherpzinnigheid
van geest en bovendien allerlei occulte krachten toegekend. En net als in het
Westen wist men van de vos dat hij de mens met list en bedrog kon bedotten.
Door de vragende
vorm lijkt het niet echt om een keuze te gaan, eerder is het zo dat afhankelijk
van de omstandigheid beide afwisselend kunnen worden toegepast.
Het doet denken
aan het verschil dat O Sensei maakte tussen oude Aiki en nieuwe Aiki. Ofschoon
het streven is gericht op het nieuwe Aiki treffen we in de beoefening van
Aikido nog altijd voorbeelden van oude Aiki. Het een sluit het ander niet uit.
Hoofdstuk 10
Staat het bestuderen van welwillendheid op de
eerste plaats? Of juist het bestuderen van wijsheid? Of eerder het bestuderen
van dapperheid? Iedereen die in zijn jonge jaren de weg vraagt is het noorden
en het zuiden kwijt. Komt het drinken van water eerst? Of juist het zoeken naar
eten? Of misschien het vinden van een hoofdkussen? Iemand vermoeid van een
lange reis, wat voor keuze zal hij maken?
Ook moderne
krijgskunstbeoefenaars hebben nog wel eens de neiging om zich op een deel van
de krijgskunst te richten en de rest te verwaarlozen. Of erger nog geheel af te
wijzen als zou het onbelangrijk zijn. Hier wordt benadrukt dat men om de weg te
volgen alledrie de deugden; welwillendheid, wijsheid en dapperheid, die ook wel als eeuwig en overal geldend
worden beschouwd, tot een eenheid te brengen. Als men probeert dit te
volbrengen terwijl men twijfelt over de verschillende volgordes dan wordt het uiterst moeilijk deze eenheid
te bereiken. Het zaait slechts verwarring en men weet niet langer wat noord of
zuid is.
In Aikido
herkennen we hetzelfde probleem. Als we alleen aandacht besteden aan de juiste
vorm of het verzamelen van technieken dan gaat het in wezen alleen om het
uiterlijk, het heeft geen inhoud. Maar als we ons alleen richten op een ver
gelegen ideaal dan lopen we het risico onze technische vaardigheden te
verwaarlozen of geen aandacht te besteden aan problemen of belemmeringen die zich
nu voordoen. Beide instellingen horen samen te vloeien tot een eenheid.
Hoofdstuk 16
Er zijn vijf oorsprongen voor al het geschapene.
Twee elkaar complementerende krachten in het
universum; In en Yo. Vijf bewegingen; gogyo: vuur, hout, aarde, metaal en
water. Hemel en aarde. Ordening van de menselijke verhoudingen; jinrin.
Geboorte en dood.
Daarom zijn degenen die getuigen zijn van het
oerbegin goden (kami). En worden degenen die met hun tong en taal, in de
hoedanigheid van goden, aan heel de mensheid deze kennis doorgeven, heiligen
(seijin).
Er zijn een
ongekend aantal vormen, maar er zijn voor al die vormen slechts vijf
oorsprongen, die op hun beurt weer te herleiden zijn tot een oorsprong. Het
aantal transformaties kent geen einde en het proces van verandering en
vernieuwing/verjonging duurt nog altijd voort. Bij elke transformatie is er
weer zo’n moment van oerbegin, die niets anders is dan het oorspronkelijke
oerbegin. Diegenen die dat moment volledig kunnen kennen worden beschouwd als
kami. Daarnaast zijn er degenen die het moment van het oerbegin niet hebben
ervaren, maar wel een diep inzicht hebben en bovendien in staat zijn om kennis hierover
over te dragen. Zij worden als Seijin, als heilige wijzen beschouwd.
De weg van de
mensheid, Jinrin, zoals die omschreven staat in de confucianistische leer omvat
vijf verhoudingen; Vorst – Onderdaan, Vader – Zoon, Man – Vrouw, Oudere Broer –
Jongere Broer en Vriend – Vriend.
Een andere manier
om Jinrin te beschrijven is door de vijf cardinale deugden; welwillendheid,
rechtvaardigheid, beleefdheid, wijsheid en loyaliteit.
De Tosen kyo is
een boeiend boek dat tot een beter begrip van de beoefening en het werkelijke doel van Budo
kan leiden. De vertaling is met zorg en aandacht gedaan, de tekst is helder en
op belangrijke punten nader uitgelegd. Het is geen academische uitgave
geworden, heel bewust heeft men gekozen voor een breder publiek. Dit verklaart
ook de, wat mij betreft overbodige, toelichting die bedoeld zou moeten zijn om de
Tosen kyo toepasbaar te maken voor het bedrijfsleven.
Liever had ik
gezien dat er meer lijnen waren uitgezet naar andere Chinese en vooral Japanse
klassieke teksten en naar Boeddhistische of Hindoeistische teksten. Deze worden
nu soms slechts ter loops aangestipt of geheel achterwege gelaten.
Voor de aikidoka
geldt het als een inspirerend geschrift dat bovendien deel uitmaakt van de
voorgeschiedenis van Aikido.
Tosen kyo, het
heilige geschrift van de krijgsvoering, vertaald en ingeleid door Jeroen Bode.
Uitgave Vulcanus 2002
Tom Verhoeven
Auvergne, lente 2012