Pagina's

dinsdag 24 april 2012

Tosen kyo - het heilige geschrift van de krijgsvoering


De Tosen kyo is een Japans geschrift daterend uit de 10e / 11e eeuw waarvan niet met zekerheid is vastgesteld wie de auteur is. Waarschijnlijk is het een vooraanstaande vertegenwoordiger van de Oe familie (Oe Masafusa) – het was vooral de Oe familie die in het Japan van de Heian periode onderricht gaf in de kunst van het oorlogvoeren. Van Oe Masafusa is bekend dat hij onderricht gaf aan Minamoto Yoshiie. De Tosen kyo zou een op schrift gestelde weergave van die lessen kunnen zijn.

Ongetwijfeld was ook de jongere broer van Minamoto Yoshiie, Yoshimitsu op de hoogte van de inhoud van het geschrift. Minamoto Yoshimitsu geldt als de legendarische grondlegger van de Daito ryu, de Aiki jujutsu stijl waar eeuwen later de grondlegger van Aikido Ueshiba Morihei O Sensei de geheimen van kreeg overgedragen van zijn leraar Takeda Sokaku.

De titel Tosen kyo laat zich vertalen met de wetten of methode van het oorlog voeren of (gewapend) strijden.


Het is een verzameling van aanwijzingen die vooral van belang zijn voor degene die zich intensief met krijgskunst bezig houdt; de samurai. Daarbij moeten we in het oog houden dat het vooral om strategie gaat en niet zozeer om technische aanwijzingen. Voor die strategie kan het verschil tussen winnen en verliezen bepaald worden door de mate waarin men zich houdt aan de wetten van de oorlogsvoering en de principes van het universum. Het naleven van de principes van In en Yo (yin en yang) en de leer van de vijf elementen of bewegingen (zie “de grijsaards” in een eerdere blog) – water, vuur, hout, metaal en aarde, kon leiden tot een overwinning en het niet naleven er van tot een nederlaag.
Astronomische waarnemingen, het weer, veranderingen in de natuur vormden belangrijke bronnen van informatie en konden de voortgang van de strijd in grote mate bepalen. Uit een struikgewas opschrikkende vogels konden duiden op een hinderlaag, aan de hoeveelheid opstuivend zand kon men al van verre bepalen of de vijand snel optrok met ruiterij of juist met langzaam voortbewegende lastdieren of te voet.

In de periode dat de Tosen kyo geschreven wordt is de invloed van de Chinese cultuur op Japan nog altijd groot en dat is ook in de Tosen kyo te bespeuren. Citaten van Taoistische oorsprong wisselen af met verwijzingen naar de Kojiki. De Tosen kyo zelf is in klassiek Chinees geschreven.

De Tosen kyo is eeuwenlang een geheim geschrift gebleven binnen de Minamoto han dat slechts werd overgedragen aan de volgende generatie als deze het niveau van “menkyo” had bereikt.

De Tosen kyo is in het Nederlands vetaald door Jeroen Bode, een ervaren beoefenaar van Aikido.
De volgende hoofdstukken van de Tosen kyo geven een indruk van waar het boek over gaat:

Hoofdstuk 1
Bu waar ik over spreek staat aan het begin van hemel en aarde. Door een ademtocht worden hemel en aarde gescheiden, zoals de bek van een jonge vogel een eierschaal breekt. Daarom is dit het absolute principe de bron van alles in de schepping en vormt het de oorsprong van alle wijsbegeerte.

Ueshiba Morihei O Sensei deed verwijzend naar de Tosen kyo dezelfde bewering “Bu is de oorsprong van alle schepping (Aiki Shinzui; The essence of Aiki).   
 Hemel en aarde maken eerst deel uit van een oorspronkelijk geheel, pas door een adem (Jeroen Bode vertaalt hier met “een geconcentreerde kracht”) worden ze gescheiden. De adem als leven gevende kracht is een universeel idee dat we in vrijwel elke cultuur (zelfs de christelijke cultuur) terugvinden.
Het beeld van de oorspronkelijke toestand die vergelijkbaar is met een ei verwijst naar een oude Chinese mythe en wordt aangehaald in de Nihongi. Het is een oertoestand die wordt aangeduid met het begrip konton, chaos. Het is de ademtocht die maakt dat de schepping een aanvang neemt en daarmee de ordening (logos). Het vormt tezelfdertijd de oorsprong van wijsbegeerte en daarmee van alle kennis.
Waar Jeroen Bode vertaalt met “absolute principe” staat eigenlijk “onze weg”.

Hoofdstuk 2
Dit is een en dat is twee. Waarom wordt daarvoor de metafoor van het wiel of van twee vleugels gebruikt? Is het niet zo dat de hardheid van de stengel de bloem draagt? Is het niet zo dat het goddelijk paar door middel van een speer bezet met juwelen onokoro, het eerste eiland creeerde?

Als we de eerste zin met “dit is een en dat is twee” vertalen lijkt een vergelijking met de Dotoku kyo (Tao Teh Ching) voor de hand te liggen. Het is echter ook te vertalen met "dit is een en dat is de ander" en dan lijkt het eerder om een beschrijving van In en Yo te gaan.
De auteur lijkt niet helemaal tevreden met de vergelijking met een (karre-)wiel, dat we zowel in het Chinese Taoisme (Tao Teh Ching) als in het Buddhisme kennen en evenmin met die van de twee gelijkwaardige vleugels.
Hij vergelijkt Bu met de stevigheid van een bloemstengel, het is door die stevigheid dat de bloem gedragen kan worden, de bloem staat dan voor Bun, cultuur, letterkunde, kunst. De andere vergelijking is er een die Aikido grondlegger Ueshiba Morihei O Sensei ook vaak maakte; het werpen of stoten van de speer in de zee door het godenpaar Izanagi en Izanami was een daad van Bu en juist dankzij die daad ontstond het eerste eiland Onogoro shima en als vervolg daarop de rest van de wereld. Jeroen Bode vertaalt Bu hier met beschermende principe. Eerder vertaalde hij het al met pacifering. Maar er is veel voor te zeggen om het gebruik van de speer ame no nuboko door Izanagi en Izanami te beschouwen als een daad van geweld. Elke vorm van creativiteit kan bezien worden als een daad van geweld; de ploeg in de grond, het penseel op het witte vel papier, de beitel in het brok steen…

Izanagi en Izanami met de Ame no Nuboko

Hoofdstuk  3
Het is niet voldoende om acties te baseren op de geest en de energie, noch om acties niet te baseren op de geest en de energie. Kennis houdt niet echt bewust kennen in; denken blijft niet tot het denken zelf beperkt. Onzichtbaar voor anderen ontwikkelt zich de ware kennis en verandert het allerdiepste wezen van de mens. Doordat dit het wezen verandert ontwikkelt zich de ware kennis.          

Wat we tegenwoordig als het normale denkproces beschouwen is niet voldoende om alles te doorgronden. Zowel het Taoisme, Shinto en Buddhisme duiden hierop.

Terecht haalt Jeroen Bode hier Blaise Pascal aan; “ Deux exces: exclure la raison, n’admettre que la raison (Pensees). Er zijn twee extremen; of we sluiten de rede uit of we dulden niets dan de reden.
Voor de beoefening van Bu, en dat geldt in wezen voor alle uitingen van kunst en ambacht, heb je meer nodig dan uitsluitend de rede. Je zult open moeten staan voor andere soorten van ervaringen die evenzogoed vallen onder de noemer kennis.

Hoofdstuk 8
Chinese teksten hebben als onderwerp de misleiding van de tegenstander. De filosofie van Japan belicht de absolute scherpheid van geestkracht. Is het een kwestie van misleiding? Of is het een kwestie van scherpheid van geestkracht? Vangt men een hond met een vos of vangt men een vos met een hond?     

De hond staat voor trouw in China net als in Japan. De vos daarentegen werd scherpzinnigheid van geest en bovendien allerlei occulte krachten toegekend. En net als in het Westen wist men van de vos dat hij de mens met list en bedrog kon bedotten.
Door de vragende vorm lijkt het niet echt om een keuze te gaan, eerder is het zo dat afhankelijk van de omstandigheid beide afwisselend kunnen worden toegepast.

Het doet denken aan het verschil dat O Sensei maakte tussen oude Aiki en nieuwe Aiki. Ofschoon het streven is gericht op het nieuwe Aiki treffen we in de beoefening van Aikido nog altijd voorbeelden van oude Aiki. Het een sluit het ander niet uit.

Hoofdstuk 10
Staat het bestuderen van welwillendheid op de eerste plaats? Of juist het bestuderen van wijsheid? Of eerder het bestuderen van dapperheid? Iedereen die in zijn jonge jaren de weg vraagt is het noorden en het zuiden kwijt. Komt het drinken van water eerst? Of juist het zoeken naar eten? Of misschien het vinden van een hoofdkussen? Iemand vermoeid van een lange reis, wat voor keuze zal hij maken?

Ook moderne krijgskunstbeoefenaars hebben nog wel eens de neiging om zich op een deel van de krijgskunst te richten en de rest te verwaarlozen. Of erger nog geheel af te wijzen als zou het onbelangrijk zijn. Hier wordt benadrukt dat men om de weg te volgen alledrie de deugden; welwillendheid, wijsheid en dapperheid,  die ook wel als eeuwig en overal geldend worden beschouwd, tot een eenheid te brengen. Als men probeert dit te volbrengen terwijl men twijfelt over de verschillende volgordes  dan wordt het uiterst moeilijk deze eenheid te bereiken. Het zaait slechts verwarring en men weet niet langer wat noord of zuid is.  
In Aikido herkennen we hetzelfde probleem. Als we alleen aandacht besteden aan de juiste vorm of het verzamelen van technieken dan gaat het in wezen alleen om het uiterlijk, het heeft geen inhoud. Maar als we ons alleen richten op een ver gelegen ideaal dan lopen we het risico onze technische vaardigheden te verwaarlozen of geen aandacht te besteden aan problemen of belemmeringen die zich nu voordoen. Beide instellingen horen samen te vloeien tot een eenheid.

Hoofdstuk 16
Er zijn vijf oorsprongen voor al het geschapene.
Twee elkaar complementerende krachten in het universum; In en Yo. Vijf bewegingen; gogyo: vuur, hout, aarde, metaal en water. Hemel en aarde. Ordening van de menselijke verhoudingen; jinrin. Geboorte en dood.
Daarom zijn degenen die getuigen zijn van het oerbegin goden (kami). En worden degenen die met hun tong en taal, in de hoedanigheid van goden, aan heel de mensheid deze kennis doorgeven, heiligen (seijin).

Er zijn een ongekend aantal vormen, maar er zijn voor al die vormen slechts vijf oorsprongen, die op hun beurt weer te herleiden zijn tot een oorsprong. Het aantal transformaties kent geen einde en het proces van verandering en vernieuwing/verjonging duurt nog altijd voort. Bij elke transformatie is er weer zo’n moment van oerbegin, die niets anders is dan het oorspronkelijke oerbegin. Diegenen die dat moment volledig kunnen kennen worden beschouwd als kami. Daarnaast zijn er degenen die het moment van het oerbegin niet hebben ervaren, maar wel een diep inzicht hebben en bovendien in staat zijn om kennis hierover over te dragen. Zij worden als Seijin, als heilige wijzen beschouwd. 

De weg van de mensheid, Jinrin, zoals die omschreven staat in de confucianistische leer omvat vijf verhoudingen; Vorst – Onderdaan, Vader – Zoon, Man – Vrouw, Oudere Broer – Jongere Broer en Vriend – Vriend.
Een andere manier om Jinrin te beschrijven is door de vijf cardinale deugden; welwillendheid, rechtvaardigheid, beleefdheid, wijsheid en loyaliteit.

De Tosen kyo is een boeiend boek dat tot een beter begrip van de beoefening en het werkelijke doel van Budo kan leiden. De vertaling is met zorg en aandacht gedaan, de tekst is helder en op belangrijke punten nader uitgelegd. Het is geen academische uitgave geworden, heel bewust heeft men gekozen voor een breder publiek. Dit verklaart ook de, wat mij betreft overbodige, toelichting die bedoeld zou moeten zijn om de Tosen kyo toepasbaar te maken voor het bedrijfsleven.
Liever had ik gezien dat er meer lijnen waren uitgezet naar andere Chinese en vooral Japanse klassieke teksten en naar Boeddhistische of Hindoeistische teksten. Deze worden nu soms slechts ter loops aangestipt of geheel achterwege gelaten.

Voor de aikidoka geldt het als een inspirerend geschrift dat bovendien deel uitmaakt van de voorgeschiedenis van Aikido.

Tosen kyo, het heilige geschrift van de krijgsvoering, vertaald en ingeleid door Jeroen Bode. Uitgave Vulcanus 2002

Tom Verhoeven
Auvergne, lente 2012  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten