Pagina's

zondag 27 november 2011

De lessen van Hemel en Aarde



De lessen van Hemel (ten) en Aarde (chi) tonen zich in de beoefening van Aikido.

Op het moment dat iemand probeert aan je te trekken is het van belang dat je eerst de ander wordt en de gedachte van de ander initieert.  Naarmate men vordert in Aikido wordt het mogelijk om de leegte die de ander voor zich aanvoelt te vullen en de suki (zwakke plek, opening) te ontdekken voor de ander dat doet. Budo is in wezen de daad van het zien van dergelijke openingen.

Het ware Budo, Aikido, elimineert niet alleen de vijand, maar verwijdert de relativerende geest van de andere om er vervolgens mee te harmoniseren. Dit moet vrijwillig door de ander gedaan worden en kan dus niet geforceerd worden. Om die reden zou men door dagelijkse oefening een geest moeten oefenen die harmonieuze eenheid met alles in de wereld zoekt.
Op het moment dat iemand probeert je hand te pakken, leidt hem dan met een hand die beweegt alsof je daarmee zijn linkervoet probeert weg te trekken en breng hem verder naar beneden door hem bij de nek te pakken.

Er zullen momenten zijn dat je overweldigd wordt door de lessen van de weg. Het is op dat soort momenten van belang dat men met de geest van een beginner (shoshinsha) de training (keiko) voortzet. Maar misschien belangrijker nog is het om je dan de universele waarheid te realiseren dat alle Budo de demonstratie zijn van de lessen van de Hemel, zowel tijdens je training als in het dagelijks leven.   

Als je bijvoorbeeld omringd wordt door een onnoembaar aantal yari (speren), beschouw ze dan als een enkele aanvaller. Proberen  achter een boom of een paal te schuilen, zoals dat in vroeger tijden werd gedaan, is een heel andere kwestie. The veiligste plek is achter de geest van de geweldpleger, achter de punt van de naderende yari, waar je door toepassing van het principe Irimi Tenkan de agressie kunt wegnemen.
Zelfs al ben je omringd aan alle zijden is het nodig de ander te boven te komen door dit zelfde Irimi Tenkan principe.

Het is daarom belangrijk om je aan dit principe te houden en het te leren toe te passen door middel van oefening.
Denk aan velen als aan een, denk aan een als aan velen. Gebruik het ene om het oneindige te raken en oefen zonder enige suki (opening) te bieden. Ook dit is belangrijk.

Ueshiba Morihei O Sensei (vertaling uit het engels; Tom Verhoeven)

Toelichting
In het moderne Aikido zoals dat tegenwoordig wereldwijd geoefend wordt geld de methode van de Aikikai Hombu Dojo als de basis en de norm. In deze methode draait het vooral om het oefenen van basistechnieken die een vastgelegde vorm hebben. Voor elk kyu-examen wordt de correcte uitvoering vereist van een reeks van basistechnieken. Na vijf kyu-examens wordt men geacht de basistechnieken van Aikido in grote lijnen wel onder de knie te hebben. Voor de daarop volgende dan-examens geldt dan vooral dat men de technieken niet alleen foutloos, maar ook in een hoger tempo moet kunnen uitvoeren. Het principe Aiki is in de beoefening van deze vormen nagenoeg verdwenen.

Van O Sensei is algemeen bekend dat hij niets moest weten van vaste vormen en vastgelegde basistechnieken. En ook hier heeft hij het niet over vaste vormen. Hij beschrijft twee verschillende situaties; een waarbij iemand aan je arm trekt en een waarbij iemand op je afkomt. Om accuraat te kunnen reageren is het belangrijk te leren aanvoelen waar de opening gaat ontstaan en wel voordat de ander dat door heeft (Aiki). Dat maakt Aikido tot een oefening van de geest. Om de geest (de intentie) van de ander te voorvoelen is het nodig dat men zich bewust is van hoe de eigen geest functioneert. Het bewust aanvoelen van en richting geven aan de geest ( intentie) van de ander is niet een vaardigheid die je kunt aan of uitzetten. Het is iets dat je dagelijks oefent en toepast in het dagelijks leven. Het uit zich ondermeer in wellevend gedrag. Goede manieren tonen duidt er immers op dat men harmoniseert met de ander. Hoffelijkheid is daarom een eigenschap van een echte krijger, onbeleefd gedrag is dat niet. Onbeleefd gedrag duidt er op dat men tegen de stroom in wil gaan (een vorm van Muri) en dat men bereid is een conflict aan te gaan. Het is gedrag dat tegen de principes van Aikido in gaat.

O Sensei maakt daarom geen onderscheid tussen Aikido op de mat en Aikido in het dagelijkse leven. Het maakt allemaal deel uit van dezelfde universele waarheid, van dezelfde lessen van Hemel en Aarde die we trachten te begrijpen en toe te passen.

Tom Verhoeven
Dojo cho

Auvergne,   herfst  2011

woensdag 23 november 2011

Jukendo en Aikido



Ueshiba Morihei O Sensei’s vaardigheid met de jo was fenomenaal. Het bevatte elementen van klassieke jo-technieken, yari- en naginata-technieken. Toch is lange tijd onduidelijk gebleven waar O Sensei zijn formele training had ontvangen. Zijn technieken verschilden in veel opzichten met die van de bekende jo-stijlen (ryu ha), met name van de Shindo Muso Ryu. Sommigen meenden daarom dat zijn vaardigheden uitsluitend waren afgeleid van zijn ervaring met speer- en zwaardtechnieken. En voor een aantal posities geldt zondermeer dat ze afgeleid zijn van zwaardtechnieken. Jodan no kamae is een goed voorbeeld van een positie die met de jo hetzelfde is als met de bokken. Technieken of posities kunnen echter nooit helemaal identiek met elkaar zijn omdat de wapends onderling te zeer verschillen. De katana is bedoeld om mee te snijden (en niet om mee te slaan of te hakken) en ook al oefen je met een bokken dan is dat een gegeven waar je rekening mee houdt. De jo is meer een wapen om mee te slaan, te stoten en te vegen. Zo gezien is het bijna ondoenlijk om technieken van de jo af te leiden van technieken met de katana. Het is makkelijker om je voor te stellen dat de technieken van de jo afgeleid zijn van de yari (speer) en/of de naginata (soort hellebaard). Sommige van de draaibewegingen lijken hetzelfde als wat O Sensei met de jo liet zien. Maar ook met deze twee wapens moeten we rekening houden met het scherpe blad.

De belangrijkste invloed op wat we nu kennen als Aiki joho blijkt afkomstig van jukenjutsu, technieken met een geweer voor zien van een bajonet.
Aikido grondlegger Ueshiba Morihei O Sensei meldde zich op jonge leeftijd voor militaire dienst. Daar bleek dat hij een aanleg had voor het bajonetschermen en al vrij snel werd hij gepromoveerd tot sergeant met als voornaamste taak het onderricht geven aan de soldaten in bajonnetschermen. Ook op latere leeftijd bleef hij zijn leerlingen uit die periode nog lang les geven in jukenjutsu en in ongewapend verweer tegen aanvallen met een van bajonet voorzien geweer. Houten oefenwapens in de vorm van een geweer met bajonet prijkten lange tijd de wanden van zijn oude dojo. Ook in zijn boek Budo uit 1938 wordt met enkele afbeeldingen ingegaan op jukenjutsu. Pas later zien we dezelfde technieken uitgevoerd worden met alleen nog de jo, het oorspronkelijke jukenjutsu maakt helemaal geen deel meer uit van het curriculum van Aikido.

Rest natuurlijk de vraag waar deze bajonettechnieken oospronkelijk vandaan komen. Sommige auteurs meenden dat de technieken van jukenjutsu direct ontleend waren aan de speertechnieken van de samurai. Dit blijkt historisch niet juist.

Na bijna drie eeuwen afgesloten te zijn geweest van de rest van de wereld opende Japan eind negentiende eeuw noodgedwongen haar havens en ging het handelsovereenkomsten aan met landen over de gehele wereld. Het was het begin van vernieuwingen die van Japan uiteindelijk een moderne, westers georienteerde staat zou maken. Een van de belangrijkste vernieuwingen was het opzetten van een modern leger. Militaire adviseurs en instructeurs uit landen als de Verenigde Staten, Frankrijk, Nederland, Engeland, kwamen naar Japan om leiding en instructie te geven aan de verschillende legeronderdelen (zie ook de film “Last of the Samurai”). Voor het eerst ontstond er een regulier leger in Japan, dat niet was samengesteld uit de samuraiklasse, dat niet werd opgevoed met een samurai-ethiek maar dat bestond uit jongemannen uit alle delen van de samenleving en dat vooral bewapend werd met moderne geweren. Geweren die voorzien werden van bajonetten. De manier van het drillen van de infanterie-eenheden was Europees. 

Bij het bekijken van de afbeeldingen met verschillende posities en technieken met geweer voorzien van bajonnet is de overeenkomst met de Aiki joho posities en technieken onmiskenbaar.

De musketiers
In Europa werd de bajonet geintroduceerd in de zeventiende eeuw. Oorspronkelijk werden de schutters gewapend met een musket (musketiers) beschermd door piekeniers. De piek was een meterslange staak voorzien van een metalen punt bedoeld om aanstormende cavalerie te stoppen of te vertragen. In een man tegen man gevecht gebruikten piekeniers en musketiers het zwaard. Bescherming door piekeniers was noodzakelijk omdat het tijd kostte om het musket te herladen en gedurende dat herladen was de musketier zeer kwetsbaar.

In de loop van de zeventiende eeuw werd de rol van de piekenier steeds kleiner. Maurits van Oranje introduceerde een nieuwe strategie; de schutters werden in rijen achter elkaar opgesteld. De voorste schutter legde aan, vuurde, nam zijn musket op en liep naar achteren om zich weer aan te sluiten in de rij. Daar begon hij weer met het laden van zijn musket. Ondertussen had de man die achter hem stond aangelegd, zijn musket afgevuurd en ook hij liep vervolgens naar achteren om zijn musket weer te herladen. Op elk gegeven moment waren er dus minimaal twee schutters die klaar stonden met een geladen musket, terwijl achter hen schutters stonden die in verschillende stadia van het herladen van hun musket bezig waren. Dit soort nieuwe strategieen maakten het minder noodzakelijk om de musketiers voortdurend met piekeniers te beschermen.

Overigens trok het staatse leger bij de invoering van deze methode veel toeschouwers uit de omliggende steden  naar de oefenterreinen. Aanvankelijk begrepen de musketiers niet wat de bedoeling was, ze liepen de verkeerde rij in of liepen bij het naar achteren lopen tegen schutters op die te vroeg naar voren liepen en dan waren er ook nog die moeite met het herladen van het musket hadden, omdat ze telkens een stapje naar voren moesten maken om de rij gesloten te houden. Af en toe was het een complete chaos op het oefenterrein. Dit alles tot grote hilariteit onder de toeschouwers.


Bayonne
Om de musketiers toch wat extra bescherming te bieden werd er in de zeventiende eeuw een nieuw wapens geintroduceerd; de bajonet. De naam bajonet is ontleend aan de Franse stad Bayonne indertijd beroemd om de uitmuntende jachtmessen die er werden gemaakt. De oorspronkelijke bajonet werd in de loop van het musket gestoken en vastgezet. Er kon dus niet meer mee geschoten worden, wat de musket in feite tot een soort korte piek maakte. De eerste technieken leken daarom veel op de technieken van de piekeniers. In man tegen man gevechten hadden de meeste musketiers toch een voorkeur voor het zwaard. In de achttiende eeuw wordt het leger vrijwel alleen nog uitgerust met geweer en bajonet, in man tegen man gevechten worden zwaarden steeds minder gebruikt door musketiers. Het geweer met de bajonet was een slag- en steekwapen geworden. In de negentiende eeuw werd er in de Westerse legers alom instructie gegeven in de kunst van het bajonetschermen. Voor de officieren die de soldaten instructie moesten geven verschenen er instructieboeken. Wie de instructieboeken van verschillende landen met elkaar vergelijkt komt tot de conclusie dat de technieken van land tot land nauwelijks met elkaar verschillen.

Het Westerse bajonetschermen heeft niet alleen een onmiskenbare rol gespeeld in de ontwikkeling van Aiki joho. Ook de moderne wedstrijdsport Jukendo (een voortzetting van jukenjutsu) is er uit ontstaan.


Tom Verhoeven
Dojo cho

Auvergne,  herfst  2011 

Resonantie




 De resonantie van de ziel van de universele orde

Aikido is de verheven beweging van de resonantie van de ziel van de universele orde. Alle resonanties van het universum worden gerealiseerd door Aiki en genereren oneindige energie. Alle resonanties van de universele orde leren van het universum, keren terug tot het centrum van het universum en worden een met het universum. Zij bewegen ook voorwaarts met de bewegingen van het universum. Op dezelfde (natuurlijke) manier creeert men de universele orde in het eigen lichaam. 

De universele orde absorbeert het fysieke lichaam volledig door middel van de resonanties van de universele orde. De extentie hiervan is de harmonisering van de harten van de mensen van deze wereld. In ander woorden, het verbinden van vrede en harmonie (wa) in een is een extentie van de universele orde. Vanzelfsprekend gaan oorlog en vechten in tegen deze universele orde, want zij zijn bedreigend voor de verbindingen (musubi) van de universele orde. Alles met elkaar verbinden met vrede en harmonie (wa) is Aiki. Mensen die er naar streven de wereld bij elkaar te brengen in vrede en harmonie worden Ware Mensen (Shin Jin) genoemd. Om dit te bereiken is ontwikkeling van ki (geest), chi (kennis, wijsheid), deugd, het fysieke lichaam en logisch nadenken belangrijk.

Door de oefening van de ziel van de universele resonantie wordt het hart op natuurlijke wijze herbouwd zodat men zijn ware zelf kan creeeren. Dit is de reden waar Aikido de techniek van loutering (misogi no waza) genoemd wordt.
Misogi no waza smeedt de grote geest van de universele liefde en bescherming terwijl het de universele orde van de hemelse goden en alle wezens beschermd en tegelijkertijd iemands fysieke missie laat vervullen.
Het is essentieel dat het hierboven gestelde bewerkstelligt wordt bovenop de vorm van de geest van Masakatsu Agatsu Katsu Hayabi (ware overwinning is zelfoverwinning, moge die dag spoedig aanbreken).
De universele orde van de goden en alle wezens is de wet die uitdrukking geeft aan de verheven vorm van de wonderbaarlijke werkingen van het universum. De oorsprong van dit alles ligt in een enkele bron. Dit is de reden dat het belangrijk is om op zo’n manier Aikido te beoefenen dat men onderwijl de ware vorm van de universele goden en van alle dingen kan observeren en men het eigen fundament kan bouwen op het grote zelf van het hierboven genoemde centrum. Dit proces resulteert in het openen van de ogen en de beoefening van groots Aikido wordt mogelijk. Aanvullend is het van belang een reflectief hart te behouden tijdens de beoefening van Aikido en terwijl men vordert in spirituele zin. Het eindresultaat hiervan is de ontwikkeling van een harmonieus lichaam en een lichaam en geest die met elkaar een eenheid vormen.

 Zij die Aikido beoefenen zullen ondervinden dat het belangrijk wordt om terug te keren naar de universele goden en naar alles via Budo. Dit is de betekenis van het observeren van de ware vorm van de universele goden en alle dingen. Door Aikido technieken in deze ware vorm uit te voeren is het mogelijk om te creeeren in overeenstemming met het Aiki principe.Vandaar dat het van belang is dat je gevoelig wordt voor de kleinste veranderingen in het universum. Dit is de diepere betekenis van het bevatten van de ware vorm van de universele goden en alle dingen. Zonder deze ware manifestatie te kennen , is het onmogelijk om een te worden met de waarheid van het universum. Voor de individuele beoefenaar houdt dit in dat men niet in staat zal zijn de eigen missie in deze wereld te realiseren.
Om deze waarheid te bevatten bekwaamt men zich met Aiki in de waarheid van het universum.
Zoals ik wel vaker stel, “De wonderbaarlijke schoonheid van het universum is de creatie van kami sama en het enige huis van ons allen”. We moeten er naar streven een werkelijk uitzonderlijke wereld te creeeren. Door de oefening  van het mee resoneren met de ziel van de universele orde heeft de onuitputtelijke energie (ki) de kracht een wereld in vrede en harmonie samen te brengen.  

Ueshiba Morihei O Sensei (vertaling uit het engels Tom Verhoeven)

Toelichting
Op het eerste oog lijkt dit een verwarrende tekst en begrijpt men meteen waarom O Sensei’s uitwijdingen over  Aikido vaak als obscuur werden gezien. Ook al is het een lastige tekst, toch is het beeld dat O Sensei hier schetst minder ingewikkeld dan het lijkt.

Het begin van het ontstaan van het universum stelt O Sensei zich voor als een cirkel. In die cirkel ontstaat een centrum, meestal aangeduid met een stip. Vandaar uit ontstaat de rest van het universum door middel van het toepassen van het principe Aiki. Elke volgende stap is ook weer een cirkel of een bol. Dit leidt tot een ordening die gaat van abstract naar tastbaar, van niets naar sterren, naar planeten, naar de wereld, naar de mens. In de hele natuur vinden we diezelfde ordening, zowel als de cirkels, sferen en spiraalvormen van het ontstaan van het universum terug. Door middel van Aiki ervaren we nog steeds dezelfde hernieuwende energie als resonantie. De hele natuur resoneert. Die resonantie komt oorspronkelijk uit het universum, uit het eerste niets en keert daar ook weer in terug. Aikido is de kunst om in eenheid met die resonantie te leven. Dit ervaart men eerst in de training van het eigen lichaam dat zich op een natuurlijke manier ontwikkelt en in datzelfde proces van trainen in het vinden en versterken van de eigen geest. 


Uit musubi, verbindingen of banden, ontstaat nieuw leven. Oorlogen en vechten in het algemeen verstoren die verbindingen en zijn dus bedreigend voor elk nieuw leven, in feite voor het leven zelf. O Sensei keurt oorlog en vechten daarom principieel af. Aikido gaat daarom niet over leren vechten en zelfs niet over zelfverdediging.

Eens te meer benadrukt O Sensei dat Aikido een vorm van reiniging van de geest is. Juist door die louterende werking komt men tot de realisatie van het ware zelf. En realiseert men zich de werkelijkheid van het universum.

O Sensei beschrijft hier een pad naar inzicht in de werkelijkheid, in de waarheid. Aikido is volgens O Sensei een pad naar verlichting. Het leidt tot een verlichtingservaring die net als in het Zen Boeddhisme in Aikido satori, letterlijk ontwaken, genoemd wordt.

Er bestaan meerdere websites waarop je op een forum je mening over Aikido kunt etaleren. En wie af en toe een kijkje neemt op zo’n forum ziet al gauw dat er veel verschillende opvattingen en meningen over Aikido zijn. Veel van wat er gezegd wordt klinkt aannemelijk, maar de ene mening is vaak tegenstrijdig met de andere. Hoe achterhaal je nu als aikidoka wat de juiste opvatting is?

De Griekse filosoof Plato geeft een heldere uitleg van de verlichtingservaring in zijn “Allegorie van de Grot”. Ik kan elke aikidoka aanraden kennis te nemen van die klassieke tekst. Volgens Plato brengt het afwegen van de ene mening tegen de andere ons niet dichterbij de waarheid. Volgens hem is iedere mening “doxa” (stelling, opinie, ons woord dogma is er vanaf geleid) die alleen een opinie geeft over de schaduwen van de werkelijkheid. Waar de filosoof naar streeft is inzicht in de waarheid, de werkelijkheid (episteme) of wijsheid (sophia).

Zo gezien is de eigen mening irrelevant.

Wie eenmaal een verlichtingservaring heeft meegemaakt wordt geconfronteerd met twee problemen. Een probleem werd reeds door Plato beschreven; voor de ander die geen verlichtingservaring heeft gehad is elke beschrijving van de werkelijkheid een mening die evenveel of minder waard is als zijn eigen mening. Mensen die vasthouden aan hun eigen mening kunnen de waarheid van de werkelijkheid zoals die geschetst wordt door een verlichte niet herkennen.

De taoistische traditie benadrukt daarnaast dat de verlichtingservaring moeilijk of zelfs in het geheel niet beschreven kan worden door het gebruik van alledaagse woorden. Als men het al zou willen beschrijven dan komen gedichten of liederen er eerder voor in aanmerking. Het door het taoisme beinvloedde Zen kent bijvoorbeeld een lange poezie-traditie waarin korte gedichten gebruikt worden om een glimp van die ervaring van satori (ontwaken) mee te geven aan een volgende generatie. Shinto kent een traditie waarin woorden en klanken ingegeven door de kami tijdens een ceremonie spontaan geuit worden door de kannushi of miko. Deze rationeel gezien onbegrijpelijke woorden laten iets doorklinken van een andere dan de dagelijkse werkelijkheid en worden na afloop van de ceremonie geinterpreteerd. De ratio heeft niet het vermogen om de werkelijkheid in zijn geheel te interpreteren of weer te geven. Soms is er iets anders nodig.
Iets daarvan vinden we in de uitleg van O sensei terug. Het is beslist geen academische tekst, het lijkt eerder een spontaan weergegeven bewoording van wat hem op dat moment bezig hield. Het verklaart ook waarom O Sensei soms alleen maar Aikido liet zien en elke verdere uitleg weigerde te geven.. Het herinnert ons aan de woorden van Roshi (Lao tse):

“Zij die spreken weten niet, zij die weten spreken niet”.

Tom Verhoeven
Dojo cho


Auvergne  herfst   2011  

dinsdag 22 november 2011

Boeken over Aikido


Er zijn boeken over Aikido die elke enthousiaste aikidoka in zijn collectie wil hebben. De hier genoemde boeken horen in je eigen collectie om telkens en telkens weer ter hand te nemen ter inspiratie en verdieping.

Aikido, Ueshiba Kisshomaru
Uitgever Hozansha publ. Tokyo ISBN 0 – 87040 – 629 - 9
Decennia lang het standaard werk over Aikido geschreven door de zoon van de grondlegger, nidai doshu Ueshiba Kisshomaru. Met veel uitleg over de geschiedenis van Aikido, de spirituele ervaringen van O Sensei en een schat aan basistechnieken (kihon waza) zowel beschreven als vastgelegd in foto’s.
Niet langer in druk, maar antiquarisch nog makkelijk te vinden. De gebonden uitgave, eerste druk is inmiddels een gezocht collectors item.

The art of Aikido
Principles and Essential techniques
Ueshiba Kisshomaru
Uitgever Kodansha Int. Tokyo
ISBN 4 – 7700 – 2945 – 4

Postuum verschenen werk van de nidai doshu Ueshiba Kisshomaru. Met veel foto’s van technieken geillustreerd boek waarin ook tal van principes van Aikido benoemd en uitgelegd wordt. Aanrader voor elke serieuze beoefenaar van Aikido.

The secret teachings of Aikido
Ueshiba Morihei
Uitgever Kodansha Int. Tokyo
ISBN 978 – 4 – 7700 – 3030 – 6

Werk gebaseerd op teksten van de grondlegger van Aikido Ueshiba Morihei. Een boeiende zoektocht in het  filosofische landschap van een mystieke krijger die in zijn spirituele boodschap aan de nieuwe generatie traditionele krijgskunst (budo) wist te verenigen met de geest van liefde en vrede. Bron van inspiratie voor elke aikidoka!


Best Aikido
The Fundamentals
Ueshiba Kisshomaru & Ueshiba Moriteru
Uitgever Kodansha Int Tokyo
ISBN 4 – 7700 – 2762 - 1

Standaardwerk voor iedereen die Aikido beoefend. Met name beginners hebben veel baat bij dit werk, dat in foto’s veel van de belangrijkste kihon waza en basisoefeningen van Aikido laat zien. Goed handboek voor wie zich voorbereid op een Aikido examen. Aan dit boek heeft nidai doshu Ueshiba Kisshomaru nog meegewerkt.

The Aikido Master Course
Best Aikido 2
Ueshiba Moriteru
Uitgever Kodansha Int. Tokyo
ISBN 4 – 7700 – 2763 – x c2075

Eerste uitsluitend door hem geschreven Engelstalige publicatie van sandai doshu Ueshiba Moriteru. Bestaat voornamelijk uit in foto’s vastgelegde uitvoeringen van de belangrijkste kihon waza van Aikido. Welkome aanvulling op Best Aikido 1 en onontbeerlijk handboek voor wie wil vorderen in Aikido.

Progressive Aikido
The essential elements
Ueshiba Moriteru
Uitgever Kodansha Int. Tokyo
ISBN 4 – 7700 – 2172 0 c 2075

Werk waarin in foto’s met beknopte uitleg dieper ingegaan wordt op kleinere details van technieken. Het is een goede aanvulling op Best Aikido 1 en 2. Ideaal boek voor wie zijn eigen technieken wil aanscherpen.



Budo
Teachings of the founder of Aikido
Ueshiba Morihei
Introduction by Ueshiba Kisshomaru
Uitgever Kodansha Int. Tokyo
ISBN 4 – 7700 – 1532 – 1 c2075

Met teksten van de grondlegger waarin hij ingaat op de essentie van Budo en met veel foto’s van technieken uitgevoerd door O Sensei zelf. Inspirerend voor elke aikidoka.


The Essence of Aikido
Spiritual teachings of Ueshiba Morihei
Uitgever Kodansha Int. Tokyo
ISBN 4 – 7700 – 1727 – 8 coo75

Wie echt meer wil weten over Aikido, de geschiedenis en de filosofie van Aikido kan niet om dit boek heen. Prachtige voorbeelden van de calligrafiekunst van O Sensei, veel foto’s van hem in actie en veel teksten van hem in vertaling maken dat je dit boek keer op keer openslaat.

Tom Verhoeven

Dojo cho

Auvergne,  herfst  2011

Sho, Chiku, Bai.


Au milieu de l’hiver, j’apprenais enfin qu’il y avait an moi un ete invicible.

Midden in de winter ontdek ik eindelijk dat er in me een onoverwinnelijke zomer schuil gaat.

Albert Camus  


Letterlijk vertaald betekent “Sho” (matsuda); den of pijnboom, “Chiku” (take); bamboe en “Bai” (baika, ume); pruim. Ze staan ook bekend als de drie vrienden van de winter (saikan sanyu). Het zijn dan ook winterse symbolen.
Den, Bamboe en Pruim komen als beeldspraak veelvuldig voor in de Japanse cultuur. Zo worden bij het begin van het nieuwe jaar de takken van sho, chiku en bai gebruikt als decoratie opdat het nieuwe jaar gezegend wordt met de bij sho, chiku en bai horende eigenschappen. Om die reden zijn producten met die naam of objecten gedecoreerd met de takken van sho, chiku en bai zoals serviesgoed, waaiers, kimono’s en futons in de wintertijd zeer gewild. Er is zelfs een bekend sake-merk dat Shochikubai heet.

Ook O Sensei citeerde de woorden sho, chiku en bai meermaals in zijn lessen, als ook in zijn dobun (geschriften over de weg) en doka (gedichten over de weg). Het zijn bekende symbolen van voorspoed en geluk; de den staat voor lang leven,  uithoudingsvermogen en volhardendheid aangezien de boom altijd groen blijft, zelfs in de strengste winters, met geduld de zwaarste sneeuwval dragend, omdat het zich stevig kan wortelen in de moeilijkste grond, omdat ze zeer oud kunnen worden en daarbij knoestige vormen (ook een symbool van lang leven) krijgen.
De bamboe staat voor gratie en schoonheid, voor flexibiliteit en taaiheid, voor kracht. Bamboe buigt in wind en stormen maar breekt niet en veert altijd weer op. Zijn kaarsrechte steel symboliseert de deugd en in het bijzonder eerlijkheid, rechtschapenheid. De knopen in de steel staan voor integriteit (shisetsu) en standvastigheid, terwijl de lege holtes symbool zijn voor nederigheid.
De Japanse pruimenboom bloeit als eerste, nog voor de zo gevierde Sakura kersenboom, terwijl de winter vaak nog niet echt voorbij is. De pruimenboom symboliseert dan ook hoop voor de toekomst, de eigenschap van vooruitzien na de strengheid van de winter en bovendien uitzonderlijke schoonheid op een moment dat men het nog niet zou verwachten. Dat het een vlietende schoonheid is, want de bloei is slechts van korte duur, maakt haar des te bijzonder. In zijn vreugde om deze vroege voorbode van de lente zag O Sensei in de bloei van de pruimenboom “een tweede opening van de grot van de zonnegodin”.


Aan zijn zwaardmethode kende O Sensei de naam Shochikubai no ken toe. Hierbij staat Matsu no ken symbool voor de driehoek en het principe van irimi, Take no ken symbool voor de cirkel en het principe tenkan en Ume no ken symbool voor het vierkant en het principe van het completeren van de oefening. Het begrip Shochikubai no ken refereert ook naar het leven-gevend zwaard. Met het leven dat gegeven wordt gaat ook de zegen van voorspoed en geluk  samen. 


Wanneer O Sensei zijn leerlingen voorhield dat ze de sho-chiku-bai moesten bestuderen, doelde hij niet alleen op de hierboven genoemde eigenschappen of op zijn zwaardmethode. Sho, chiku en bai zijn aloude symbolen voor de drie wijsgeren die het Chinese en Japanse denken zozeer hebben bepaald: Lao tse, Confucius en Boeddha. O Sensei moedigde zijn leerlingen aan zich te verdiepen in de geschriften van deze belangrijke wijsgerige stromingen en beschouwde het als een voornaam aspect van het zich bekwamen in Budo.


Tom Verhoeven
Dojo cho

Auvergne,  herfst,  2011